17-01-2019 – Mount Field NP dag 2

Geschreven door Steven

Het moment dat je een beetje natuurmoe bent is aangebroken. We hebben het wel een beetje gezien. Dat heeft ook deels te maken met dat het hier niet heel bijzonder is. Tenminste dat is te zeggen over wat we onderweg gezien hebben. Ik denk dat als we vandaag verder het park in rijden, dit gevoel weer wegebt. We ontbeten lekker met geroosterd brood. Ik maakte de broodjes klaar en het fruit. Hup de tas in en gaan. Het visitor centre zit heel dichtbij ons huisje. Dus navigatie was niet nodig. Het was opvallend druk bij het visitor centre. Enfin we liepen naar binnen en vroegen een kaartje. De dame in kwestie vroeg hoe we wilden lopen. Lopen? We willen met de auto verder het park in om andere zaken te zien. Lopen doen we morgen wel.

Dat was een probleem want het park was afgesloten voor auto’s vanwege de brand. De brand zat veel verderop maar op last van de Australische Rural Fire Fighters was het makkelijker om het park te sluiten. Mocht het vuur dan snel om zich heen slaan, zitten er geen of weinig toeristen in de weg. Hoewel we dat begrijpen is het wel echt heel erg balen. Want juist verderop in het park is zoveel te zien. Dingen die wij echt graag wilden zien. Maar het is niet anders dus we gaan maar de hele route lopen. We komen als het goed is onderweg langs 4 watervallen. De eerste en grootste waterval is Russel Falls. Deze ligt op ongeveer 15 minuten lopen van de entree. Het park lijk echt een koel klimaat regenwoud te zijn. Dat wil dus zeggen veen varens. Het doet met denken aan Tarra Bulga. Hoewel het pad hier veel beter onderhouden is. 

Russel Falls

Er liggen veel omgevallen bomen. Dat is ook echt iets Australisch. Als bomen doodgaan of omvallen laten ze het gewoon liggen dat het verteerd ofzo. Zo staan er bomen die al 50 jaar dood zijn nog steeds te wachten om weg te rotten. Pas als het een gevaar is of als het in de weg ligt worden ze (gedeeltelijk) weggehaald. We liepen omhoog en kwamen de waterval tegen. Wat een prachtig ding van wel 50 meter hoog. We waren even alleen. Dus Rianne besloot om haar nieuwe ND-filter op de camera te doen en foto’s met een lange sluitertijd te maken. Die zijn echt heel mooi geworden. Erg leuk om te doen en zien. Alleen heel vervelend van die vliegen. Die beesten zijn terroristen. Zo erg dat je er helemaal gek van wordt. 

We lazen later dat dit de Australian Bush Fly betrof (hiervoor dachten we iedere keer dat het bijen waren i.v.m. een angel die ze hebben maar dan aan de voorkant). Een ware terrorist. Die beesten waren voor de kolonisatie van Australië er bijna niet. Maar toen de Britten koeien en schapen meenamen brak de pleuris uit. De stront van dieren uit Australië is erg droog en zodoende niet erg geschikt voor die vliegen. Maar koeienvlaaien zijn heel nat en uitermate geschikt voor de vlieg. Ze groeien in 5 uur tijd uit tot een vlieg. Er komen er 2500 ongeveer per vlaai. Een koe laat er 10 achter. Dus een gemiddelde boer creëert miljoenen vliegen. Omdat de vlaai te weinig eiwitten bevat doet dat beest alles om eiwitten te bemachtigen. Dat wil zeggen ze willen je traanvocht je speeksel en eventueel je bloed.

Ze vliegen in grote aantallen om je heen. Je probeert ze weg te wuiven maar dat gaat niet. Als je met je hand voor je gezicht wuift wordt dit ook wel de Australische groet genoemd. Het zijn echt tyfusinsecten. De eerste kolonisten hebben erover geschreven en werden er ook helemaal gek van. Ze doen ook heel erg hun best om onder je zonnebril te komen en je mond of neus in te gaan. Echt vreselijk. Ik begrijp waarom je overal knock-out spray kan kopen. Je wilt ze het liefst allemaal doodmaken. Rianne wordt er echt panisch van. Ik word er agressief van. Het is in geen opzicht te vergelijken met iets wat we in Nederland hebben. Het enige voordeel is dat ze niet op eten afkomen. 

200 treden omhoog gelopen om dit stomme riviertje te zien..
Toch maar even verder gelopen. Om de hoek zaten de Horse Shoe Falls.

Enfin we waren klaar bij de waterval toen we omhoog wilden lopen. Alleen die terroristen wilden dat niet. Ze bleven maar om je heen vliegen. Dat was echt super vervelend. Rianne was er zo klaar mee dat ze bereid was om terug naar de auto te lopen. Daarnaast was het erg warm en 200 hoge treden is behoorlijk intensief. We besloten verder te gaan en gingen omhoog. Maar toen we eenmaal boven waren was het voor ons niet meteen duidelijk waar de volgende watervallen waren. We hadden echt zoiets van is dit alles? Hebben we hier helemaal voor naar boven gelopen om een riviertje te zien?! We besloten weer naar beneden te gaan, maar daarna draaiden we toch weer om. Het kan toch niet alleen dat riviertje zijn? Een meter of 100 verderop waren de Horse Shoe Falls te zien. Deze zijn kleiner maar niet minder mooi. Ik vond het erg mooi. 

Yellow-trailed Black cockatoo hoog in de boom
Jaja we hebben de Echidna gespot! Ook wel mierenegel genoemd.

De overige route hebben we niet gedaan. Het zou in totaal 6 kilometer zijn maar wij hadden het wel gezien. Verder het regenwoud in was ook geen optie door alle insecten en er kwamen donkere luchten aan. We hebben 4,32 kilometer gelopen. Dat is best netjes met al die hoogte verschillen. Op onze weg terug zag Rianne eerst in een boom 2 grote vogels. Het betrof de Yellow-trailed Black cockatoo. We probeerden foto’s te maken maar dat viel niet mee. Ze waren ook zo weer weg. Echt tof om wilde dieren te zien. We liepen verder naar de uitgang toen we opeens een mierenegel (Short-beaked Echidna) zagen. Rianne had hem gespot. Echt zo tof. We hadden niet verwacht die te zien. We gingen van het pad af om foto’s van hem te maken. We stonden tussen de felgekleurde spinnen en allemaal griezelige insecten. Later zagen we bij de uitgang dat je op moet passen voor slangen hier. Oh ja even vergeten in onze enthousiasme voor de mierenegel, haha. Bij de uitgang troffen we ook nog helikopters aan van de brandweer. We reden moe maar voldaan terug naar het huisje. Echt een toffe dag.

16-01-2019 – Mount Field NP dag 1

Geschreven door Steven

Wat een klotenacht. Het was eerst heel warm en toen heel koud. Ik werd wakker gebeld door een of andere klote Belg om 3 uur ’s nachts (17:00 Nederlandse tijd). 100 keer wakker geworden. Kortom een goed begin van de dag. We gaan vandaag naar Mount Field NP. Daar heb ik best zin in. Hoewel het wel lang rijden worden. Ongeveer 350 kilometer met bergpassen inbegrepen. Dus vroeg weg. Ik had de koffers redelijk snel gereed voor transport. Na het ontbijt nog even terug naar het huisje. Ik stootte keihard mijn hoofd waardoor er een jaap op mijn hoofd zit. Waarom is alles zo laag hier!? Enfin op weg naar Deloraine. Dat is een klein plaatsje op de route met een Woolworths (dat is een grote supermarkt vergelijkbaar met de AH). We hebben flink ingeslagen om vervolgens 280 kilometer verder te rijden. Straks zit er namelijk geen supermarkt in de buurt.

Bosbrand rechts in de verte

Wat is Tasmanië op het moment kaal en dor. Het gras is overal goudblond ;-). Ik vond de route niet heel bijzonder. Het was wel mooi met de bergen enzovoorts. Maar het is gewoon niet zo heel bijzonder. We zijn een aantal keer gestopt onderweg. Bij een rij bergen zag Rianne rook. Dus ze zocht het even op. Wat blijkt.. er zijn bosbranden bij het park waar wij in de buurt verblijven. Dat is niet best. Toen we nog een kilometer of 50 moesten rijden werd het ook hier donker van de rook. Een soort oranje gloed kwam over ons heen door de zon die door de rook scheen. We zagen veel helikopters overvliegen met een waterreservoir eronder. We reden voorbij het base camp waar de brandweermannen verbleven. Je wordt er niet heel vrolijk van als dat in de buurt is.

We checkten in bij het huisje in het Mount Field park en gingen even een wasje doen en eten maken. We hebben stokbrood met kip en komkommer gegeten. Dat was weer even lekker, zelf koken. Ik was blij dat vandaag weer voorbij was. Voor mijn gevoel hebben we 6 uur gereden ofzo. Ik was gewoon leeg. Morgen trekken we Mt. Field in als de branden dat toelaten. We willen absoluut geen gevaar lopen. Slaap lekker!

15-01-2019 – Cradle Mountain NP dag 2

Geschreven door Rianne

Vandaag zijn we helaas al op de helft van de rondreis. Wat gaat het toch snel. Om 04.15 uur (ja je leest het goed) ging de wekker. Waarom zo achterlijk vroeg? We willen de zonsopkomst zien bij Dove Lake, waarbij we uitzicht hebben op Cradle Mountain en het boothuis. Het rare was alleen toen we wakker waren, dat we knisperend geluid hoorden. Wat bleek? De (gas)openhaard stond opeens aan, terwijl we dat ding met geen vinger aangeraakt hadden. Beetje eng dit! Het was pikke donker toen we vertrokken. Voor 08.00 uur mag je zelfstandig met je auto het park in, hierna niet meer vanwege de smalle weggetjes. Al snel sprong er een walibi voor de auto. De dieren komen op het licht van de auto af, erg gevaarlijk. Onderweg kneep ik hem wel even, maar we zagen EINDELIJK de ‘wombat’. Het schattige dier wat ik heel graag wilde zien. Gisteren overdag zagen we hem maar niet. Uiteraard geen foto van gemaakt, het was te donker. Hierna kwamen we meerdere keren de suikereekhoorn, ook wel ‘sugar glider’ genoemd, tegen midden op de weg. Het lastige was alleen dat dit diertje niet zo snel van de weg af wilde gaan. Uiteindelijk ging die dan met een schattig wandelend kontje en pluimstaart aan de kant. 

Iets van 05.30 uur kwamen we aan bij Dove Lake. Toen we uit de auto kwamen, werden we ha(r)telijk ontvangen door een enorme hoeveelheid muggen. Dat ‘deet’ stinkspul werkt dus ook voor geen meter. We moesten opschieten, want om 06.00 uur komt de zon op. We moesten nog wel een stukje lopen, voordat we bij het boothuis kwamen. We waren gelukkig de enige op deze plek. Aan de overkant van het water op een grote rots (Glacier Rock) zaten andere mensen.

Bewolkt toen we kwamen
De zon komt op

Snel de spullen klaargezet. Het werd alleen zwaar irritant met al die muggen. Overdag heb je dus last van al rottige bijen die om je heen cirkelen en in de ochtend en avond doen de muggen dat. We genoten enorm van het mooie uitzicht! Eerst hing er bewolking over de Cradle Mountain, wat later gelukkig weer wegtrok. Het was erg mooi om te zien en ook fijn dat we met z’n tweeën van dit mooie uitzicht kunnen genieten zonder al die Chinezen. De Cradle Mountain zag je terug in het spiegelende water. Echt zo mooi (ja ik zeg het weer) om te zien!

Een paar seconden kunnen genieten samen met de gezellige muggen

Na de zonsopkomst zijn we maar weer richting de auto gegaan. We werden helemaal gestoord van al die muggen. Het was geen doen meer. Op de terugweg zagen we nog een aantal mooie plekken waar we even gestopt waren met de auto. Op één zo’n plek stapte ik uit. Wat ik achteraf gezien beter niet had kunnen doen. Er kwam een grote laagvliegende vogel enorm snel op mij af met mij als doelwit. Shit dit lijkt wel een roofvogel. Voor mijn neus stopte die. Ik zat al een beetje panisch naar Steven, die in de auto zat, te doen. Hij dacht dat ik weer eens last had van een insect ofzo. Die vogel (genaamd Black Currawong) bleek dus die ‘terrorist vogel’ van dit park te zijn, die vaker mensen aanvalt. Het is geen roofvogel, maar ook zeker geen lieverdje. Steven die kreeg het door en wilde zijn autodeur opendoen. Toen vloog die vogel dus naar de deur om aan te vallen. Ze zaten elkaar uit te dagen. Toen kon ik onopgemerkt snel aan de andere kant in de auto stappen. Wat een k*t Tasmaanse vogel! 

Het was 07.15 uur en we konden meteen aanschuiven bij het ontbijt. Ze hadden de openhaard aangestoken, dus daar gingen we gezellig zitten. Eenmaal terug in het huisje, gingen we kijken hoe erg we gestoken zijn door al die muggen. Ik ben dus 18x in mijn kont gestoken en 4x op een andere plek! Je moet wat voor die zonsopkomst over hebben. Hierna zijn we weer terug in bed gegaan om nog verder te slapen. Toen we wakker werden hoorden we gerommel buiten. Het begon te onweren en te regenen. Voordat we gingen slapen hadden we het er nog even over om misschien een helikoptervlucht te maken over het park. Wat ben ik blij dat we dit niet geboekt hebben! Had er niet aan moeten denken. We hebben maar besloten om het vandaag verder rustig aan te doen en ook een beetje binnen te blijven. Buiten word je geterroriseerd door de bijen en de zwarte vogels en zo geven we onze (verbrande huid) ook even de rust. 

De zwarte Tasmaanse Terrorist

In de avond hebben we weer bij de bistro gegeten. Daarbinnen waren helaas weer bijen. Ik had het al benauwd en van die beesten gaat m’n hart nog sneller kloppen. Een medewerker haalde een paar bijen weg, maar die kwamen weer snel terug. Tijdens het eten ben ik ook weer een paar keer gestoken door een mug. Precies in mijn knieholte, zo irritant. Snel wegwezen hier. Toen we weer in het huisje waren, keek ik naar buiten. Wat liep daar tot mijn grote verbazing? Een wombat!! Zo enorm blij was ik. Nu kon ik dan toch eindelijk een foto maken van dit schattige dier wat ik heel graag wilde zien in Tasmanië. Steef en ik hadden niet meer verwacht de wombat zo tegen te komen dan behalve in het donker of helaas dood langs de kant van de weg. Wat een leuk dier is het toch! Een hamster in het groot. Wat een geluk hebben we toch in dit park met het zien van dieren (op de bijen en muggen na uiteraard). Nu alleen nog de Tasmaanse Duivel en de Echidna (mierenegel) spotten. 

Heeee kijk eens wie we daar hebben!!
De Wombat!!

14-01-2019 – Cradle Mountain NP dag 1

Geschreven door Steven

We wilden een beetje vroeg weg want het zal best nog wel even rijden zijn naar Cradle Mountain National Park. Hoewel de navigatie 55 minuten zegt leert de ervaring dat door al de scherpe bochten je gewoon niet hard rijdt. Rianne zou eerst even douche en ik wilde nog even verder slapen. Toen Rianne haar spullen wilde pakken zag ze overal mieren zitten. Echt overal. Gadverdamme! Er lag wel een briefje dat op het terrein mieren waren. Maar ik had ze niet binnen gezien. Heel de koffer zat er vol mee. Dus wij moesten werkelijk alle shirts en inhoud van de koffer eruit halen en een hele lading mieren doodmaken. Ik kan mijn ochtend wel beter beginnen. Daarna heb ik mijn koffer gedaan en de tassen. In mijn koffer zaten minder mieren. Dat maakt het niet minder vreselijk. Gore insecten. Maar wel een wijze les voor de toekomst: doe alles dicht als je het niet nodig hebt! In ongeveer 2 uur was alles weer mier-vrij. Het was inmiddels al laat en we moesten eigenlijk uit het appartement. Ik heb nog wel even snel een broodje met humus en avocado gegeten. Heerlijk. 

Hup op weg naar Cradle Mountain. We hebben er super veel zin in. Zeker omdat je hem al kan zien liggen vanaf onze B&B. Onderweg nog wat foto’s gemaakt. Onze navigatie kiest altijd de meest snelle route op papier. In de praktijk de meest langzame route. Maar ook de meest mooie route. Dus met een onverharde weg zegt de navigatie rechtsaf. Natuurlijk, ik rij ook een struik in als de navigatie dat zegt. In het begin ging het nog wel. Er lag gravel en daar kan je best overheen rijden. Bovendien is het een AWD dus geen probleem. Maar het ging steeds steiler naar beneden en het pad werd steeds slechter. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik wilde ook niet terug want draaien zou niet makkelijk zijn en omlaag is minder eng dan omhoog. Hoewel het doodeng was, was het ook erg mooi. Je bent daar alleen en je kunt genieten van uitzichten die je wellicht elders niet op deze manier kan bewonderen. Dus het is ook heel leuk. 

Onze rimboe hut voor de komende dagen

Na een hel van een rit kwamen we na een uur of 2,5 aan bij het visitor centre. We kochten daar een toegangsbewijs voor 1 auto en mochten door. We parkeerde de auto bij Pepper’s Cradle Mountain Lodge. Onze kamer was al gereed dus we konden inchecken om een uur of 1. We werden letterlijk belaagd als een jonge vrouw op Rotterdam-Zuid om 2 uur ’s nachts door de bijen. Ze zaten overal en waren zeker niet bang voor je. Op enig moment zaten er drie in de auto. Wij rennen naar binnen om er vervolgens achter te komen dat er een stuk of 5 a 10 in de woning zitten. Ik heb ze allemaal vermoord. Die in de auto vlogen zelf weg. De schoonmaak neemt zeker niet de moeite om die insecten weer uit de woning te krijgen. Maar dan komt nog de uitdaging om je spullen uit de auto te krijgen en weer in het huisje. Toen dat gelukt was heb ik nog twee bijen moeten doden. Het spijt me vreselijk maar ik wil ze niet in mijn slaap in het huisje hebben. Als je de deur open zou zetten vliegen er alleen maar meer naar binnen. 

Dove Lake met Cradle Mountain op de achtergrond

We gingen hierna weer terug naar het visitor centre om vervolgens de bus te pakken naar Dove Lake. We waren de enige in de bus. Die man vertelde dat de dode bomen in het park niet verbrand waren maar dat er een ziekte in de grond zit. Dat zorgt ervoor dat de bomen doodgaan. Vervolgens duurt het ongeveer 50 jaar voordat die bomen “verteerd” zijn. Daarna komen er pas nieuwe. Ze gaan dat niet bespoedigen want het is de natuur. Opzich voel ik daar wel wat voor maar aan de andere kant vind ik het geen mooi gezicht. Die man vertelde dat de oudste boom hier 1500 jaar oud is. Maar dat die bomen op zich ook rond de 3000 jaar oud kunnen worden. Best bijzonder. Dat zou ouder zijn dan de bomen die we in de VS hebben gezien. De route is inderdaad smal maar niet zo smal dat ik bang ben om er doorheen te rijden. We worden afgezet met nog wat tips over de omgeving en dat was het. 

Dove Lake is echt prachtig. De bergen het water, als een spiegel. Erg mooi. Maar ook hier weer heel veel bijen. Ze landen op je ze lopen gewoon over je schouder. Ik weet niet wat hun doel is, met zo om je heen te zwermen. Wat ik wel weet is dat het heel vervelend is. Je hebt geen rustig moment. Echt terroristen. Dus dan maar lopen. We liepen weg van de Chinezen richting The Boat Shed. Dat is een iconisch boothuis bij bij het water met alle bergen op de achtergrond. Hier worden heel wat prachtige foto’s geschoten. En vergeet niet te lachen op de foto’s, of zoals de Chinezen zeggen: “Semafon yong yong yong”. Die oproep wilde ik niet vergeten. 

We besloten weer terug te gaan omdat we geterroriseerd werden door bijen. Het was veel te heet. Rianne trok het niet meer. Dan moet je gewoon besluiten niet de hele 6 kilometer te gaan lopen. We konden snel in de bus en liepen daarna terug naar de auto. We hebben toen gegeten bij de bistro van het hotel. Dat was verder goed. We namen beide een hamburger. Dan ben je voor € 35 klaar inclusief drinken. Na de maaltijd besloten we nog even een ‘korte’ wandeling te maken naar een waterval. We hoopten een wombat te zien. Het traject startte bij het hoofdgebouw van het hotel. Al bij de start zagen we gelijk wilde dieren. Ik zag een pademelon. Dit is de kleinste kangoeroe. Hij zat lekker te kanen en ik kon hem van dichtbij filmen. Echt geweldig. Daarna liepen we door de dichtere begroeiing in.

Een vrouw kwam Rianne tegemoet. Er zou een vogelbekdier zwemmen. We hebben even zitten turen maar zagen hem niet. We besloten verder te lopen. Het landschap is echt bizar hier op deze looptocht. Geweldige natuur maar zeker uniek. Het leek wel een filmscene. Rianne zei: ”Het zou zo in Alice in Wonderland kunnen”. Heel erg mooi. Onderweg zagen we wel de vierkante poep van de wombat maar niet het beest zelf. Wel kwamen we het vogelbekdier tegen! Eigenlijk terwijl we het water aan het filmen waren. Zo tof om te zien. Ik wist niet dat die beesten nog bestonden. Moe maar voldaan liepen we terug naar het huisje. Geweldig die natuur en die beesten. Helaas geen wombat gezien maar voor de rest een zeer geslaagde dag. 

Vogelbekdier!!

13-01-2019 – Vliegen naar Tasmanië

Geschreven door Steven

Vandaag is echt zo’n transitiedag. We vliegen van Melbourne naar Devonport, Tasmanië. De voorbereidingen die daarvoor nodig zijn, kosten veel tijd. We moeten de koffers dicht krijgen, wat zeker niet meevalt. We moeten zoveel mogelijk proppen in een tas en die zonder vragen in het vliegtuig krijgen. Ik had gisteren al mijn koffer grotendeels klaar gemaakt. Maar Rianne was gisteren bezig met een filmpje en had geen tijd voor haar koffer. We hadden ontbijt op de kamer besteld om 8 uur. Eigenlijk is het ontbijt pas vanaf 9 uur maar dat vertrouwde ik niet. We moeten nog 3 uur rijden naar Melbourne. Het is een grote stad met waarschijnlijk de bijbehorende file-problematiek. Liever te vroeg dan te laat. 

Na wat lichte druk zijn de koffers dicht en liggen ze in de auto. Ik moest ze een heel stuk over het gras tillen. 2 x ongeveer 30 kilo. Het was tijd om te ontbijten. Wat best bijzonder is, is dat je lekker op een balkon uitkijkt op een prachtige baai. Je wordt vergezeld door walibi’s. Er liepen allemaal vogels. Heel bizar. Maar ook het uitzicht op de kolkende zee. Hoewel we mooier hebben gezien raak ik er in ieder geval (nog) niet aan gewend. Om iets over 9’en checkte wij uit en gingen op weg naar Westfield Knox. Dat is een winkelcentrum. We zijn erachter gekomen dat als je foto’s wil maken met een lange sluitertijd, je een ND-filter nodig hebt. Dit is een soort zonnebril voor je camera. Je krijgt dan een soort waas als effect. Heel bijzonder. Dat hebben we (Rianne) nodig in Tasmanië. We hadden de winkel snel gevonden; Ted’s Camera’s. Vooraf hadden we even gebeld om een filter apart te leggen.

Toen we toch in het winkelcentrum liepen en we op tijd waren zijn we gelijk even langs een tassen-zaak gelopen. Dat was Rianne sowieso al van plan. We komen gewoon ruimte tekort. We vonden een tas die in de aanbieding was. Het is hier zomervakantie dus de kids hebben tassen nodig. Het is een grote zwarte tas. Handig want de cameratas van Rianne past er in z’n geheel in plus wat extra spullen. Hierna reden we door naar de luchthaven. Over een tolweg. De navigatie is hier zo slecht. We reden van een heuvel af met zicht op het centrum van Melbourne met al haar hoge gebouwen. Dus dat valt op. Vervolgens zit je op de meest linkerbaan. Slechts 500 meter van tevoren wordt er omgeroepen houdt links aan. Bedankt he dat gaat lekker lukken met al dat verkeer. Dus van de tolweg af en draaien, de tolweg weer op en weer af en weer draaien. Vervolgens opnieuw de tolweg op en meest rechts aanhouden. Het is dan fijn om te zien dat je niet de enige bent die verkeerd rijdt. 

We zijn geen tankstation tegengekomen. Wat echt super vervelend is want een liter benzine kost bij het verhuurbedrijf $3,50 terwijl het aan de pomp in Victoria misschien $ 1,50 kost. Dat is een flink prijsverschil. Maar we zullen het er mee moeten doen. De man die de auto innam vertelde me dat er in de buurt een pomp zit. Of ik daar nog even naartoe wil rijden? Zeker! Dus de auto is alsnog vol ingeleverd. Onderweg naar de inleverplek komen we langs het hotel waar we de 29egaan verblijven. Wat een gribus! We namen afscheid van de auto. We kregen de auto met een kilometerstand van 18.630 en we leverden hem in met een stand van 20.436 kilometer. Dus we hebben 1.806 kilometer gereden. Dat is ongeveer de afstand van Heiloo (Noord-Holland) naar Madrid (1.814). Dat is best een flink stuk en we zijn iets over 1/3. We liepen de ingewikkelde weg van de car rentals naar de terminal.

Dus dan sta je vroeg op de luchthaven. Maar alles is geautomatiseerd. Je moet zelf je bagagelabels uitprinten en op je koffer doen. In de eerste instantie deed ik mijn koffer op de band. Maar die was 30,4 kilo. Dus dat mag niet. Ik weet vrij zeker dat als ik het bij een balie had kunnen inleveren dat het geen probleem was geweest. Dus dat wordt die koffer opengooien en wat eruit halen. Toen dat eenmaal gedaan was ging ik weer naar de band. De koffer woog nu 29,9 kilo. Dus de eerste koffer ging prima. Komt Rianne aangelopen. “Je handbagage mag ook maar 7 kilo wegen”. Sta ik daar met haar koffer waar de machine om vroeg. Ik vroeg even aan een bedrijfspoedel of ik de tweede koffer later kon inchecken. Dat was geen probleem. Hij tikte op Cancel en het was gepiept. Dus wij weer terug en spullen verdelen. Uiteindelijk woog mijn tas 8,9 kilo en die van Rianne 7,4. Achteraf toch handig dat we die extra tas hadden gekocht. 

Dus ik liep naar de koffermachine om Rianne haar koffer in te checken. Maar dat ging niet. “Go to a friendly service assistent” was het advies. Ik zoeken naar iemand die vriendelijk was. Niet gevonden. Dan maar naar een chagrijn. Ik vroeg aan haar waarom die stomme machine niet werkte. Gaf ze aan dat het lag aan het feit dat drugs traffickers regelmatig deze tactiek toepassen. Van eerst 1 koffer en daarna de volgende. Ik dacht dat ze altijd alleen reisden. Hebben wij weer. Heel spannend of we straks uit een rij worden gehaald voor een visitatie. We werden wel uitgekozen voor een bomtest. Of we onlangs nog in aanraking gekomen waren met bommen. De test was negatief. Ik zei: ”We’re having a blast. We’re blown away by this test.” Daarna even een hamburger gegeten bij Burger King (Hungry Jack’s zoals het hier heet). 

Het vliegtuig waar wij in reisden was echt vreselijk. Echt zo’n propellerding. Het zal natuurlijk gewoon veilig zijn maar je kijkt er in deze tijd wel van op. Het zat wel lekker ruim. Ik had meer dan genoeg ruimte aan boord. We zaten wel op de slechtste plekken in verband met de herrie van de propeller. Na een kleine 55 minuten kwamen we aan op Tasmanië. Die luchthaven was nog kleiner naar Texel.

Aankomst Devonport. We hebben het overleefd!

Je liep, toen we naar binnen liepen, tegen de car rentals aan en de bagage claim. Normaal zijn Australiërs echt super aardig en behulpzaam. Fijne mensen. Maar deze vrouw was zwaar chagrijnig. We kregen weer een RAV4 mee. Maar deze rijdt wel een stukje beter. Ik denk dat de andere RAV4 een andere motor had. Dit rijdt als een zonnetje. Op naar de Station House (oud politiekantoor). We wilden nog even ergens eten of boodschappen halen. Maar dat is niet gelukt alles is dicht op zondag. Uiteindelijk hebben we een slechte supermarkt gevonden. Vreselijk. We hebben ’s avonds noodles gegeten. 

12-01-2019 – Phillip Island

Geschreven door Steven

We stonden wat moe op. Ik was echt moe en had slecht geslapen. Het bed was prima maar ik kon de slaap niet vatten. Het was heet en ik hoorde te veel herrie. Rianne had wel aardig geslapen. We kunnen op zich vandaag relaxt aan doen. We hoeven pas laat aanwezig te zijn op Phillip Island. We gaan in principe voor de Pinguïn Parade. Als het donker is lopen kleine pinguïns naar de duinen om daar te slapen. Het is een beetje gecommercialiseerd met een stadion en een ondergrondse gang. Je mag niet filmen of foto’s maken. Dat vinden wij echt jammer. Mary en Peter gaven aan dat het niet zo tof gaat worden vanwege de vele Chinezen die compleet respectloos omgaan met de dieren. Ze maken ‘stiekem’ foto’s met flitser waardoor ze gedesoriënteerd worden. Ze raadt ons aan om een privé tour te nemen. Tja, als we wisten dat dat had gekund dan hadden we dat gedaan natuurlijk. Maar daar is het nu te laat voor. 

In de ochtend nog even genieten van het uitzicht

Het ontbijt begon laat maar de kwaliteit maakte veel goed. Mary kookte voor mij roerei met spinazie en champignon’s. Dat was, zoals mijn vader zou zeggen, alsof een engeltje op je tong piest. Heerlijk dus, blijkbaar. Rianne had versgebakken croissants. Ze vond de kersen yoghurt het lekkerst. Dat ik dat uit haar mond mocht horen. Mijn leven is compleet.

Lekkerrrr
Uitzicht bij het ontbijt

Na het ontbijt vroegen wij of we nog even door mochten werken in de serre. En dat mocht. We hebben nog even zitten typen waarna het internet uit viel en ik zoiets had van wat doe ik hier nog. Ik heb Rianne overtuigt om de kuierlatten te nemen. De route was niet zo mooi als wat we eerder tegenkwamen. We waren in principe in een uur of 2 op Phillip Island. Hier stond ook gelijk de eerste file waar we instonden in Australië. 

We besloten naar het Koala Conservertory park te rijden om toch die beesten een keer te zien. Aangezien we ze eerder misgelopen zijn. Ik vond het heel leuk. Wat een schattige beestjes. Ze blijken ook vreselijk promiscue te zijn waardoor chlamydia uitbreekt. Wat een vuillakken. Ze slapen 20 uur per dag en toch pissen ze naast de pot. In het park lopen ook allemaal walibi’s rond. Echt grappige beesten. Ik heb erg genoten van het park en de dieren. Rianne deed hét wat minder. Ze vindt het leuker als de dieren in de vrije natuur lopen dan dat ze een tag in hun oor hebben. Maar de kans dat je ziet in de natuur is gewoon klein. Je ze ziet ze al bijna niet in het park laat staan in het wild. 

Zo schattig!
Wat kijk je nou?!
Ze kunnen je flink openhalen als ze willen

Hierna zijn we naar het hotel gereden. Van buiten ziet het er echt uit als een shithole. Ik dacht: ”dat wordt helemaal kut”. Maar toen we binnen waren was de kamer beter dan 80 % van de hotels/B&B’s waar we tot nu toe in hebben gezeten. Prachtig uitzicht, een heerlijk bed en de laatste kamer van het hotel. Dus weinig mensen die langslopen. Echt een top kamer. Ze hebben zelfs airco. Dat zie je ook niet op veel plaatsen. Terwijl we aan het praten waren kwamen we erachter dat het wellicht beter is om niet naar de parade te gaan. Het is even rijden, je moest er anderhalf uur zijn voordat de pinguïns moeten komen om vervolgens niets te zien door die toeristen. We moesten de koffers nog goed indelen en we waren ook gewoon moe. Zodoende blijven we op de kamer. Vandaag was toch een hele leuk dag.  

Zonsondergang vanaf het balkon met walibi’s

11-01-2019 – Wilson Promotory NP

Geschreven door Steven

De B&B waar we vandaag heen gaan lijkt ons de zo’n beetje de beste van de vakantie. Rianne en ik kijken allebei uit om in de Church House te gaan slapen. Van wat we gezien hebben op de foto heb je echt een prachtig uitzicht. Daarnaast heeft de B&B ons ook gewoon een leuk mailtje gestuurd. Mochten we wat nodig hebben dan moesten we het maar laten weten. Het was de bedoeling om eerst uit Yarram te vertrekken en naar Wilson Promotory NP te gaan. Dat is een groen schiereiland met een rode rivier. Er staan kenmerkende rotspartijen in het water. De route is relatief kort. We verwachten ongeveer 90 kilometer te moeten rijden wat ongeveer 1,5 uur in beslag gaat nemen. Goed te doen dus. 

In de morgen hebben we nog gezocht naar de dode vogel maar die lag waarschijnlijk ergens in een struik. De partner van het beest zat nog wel in de boom. Weer een gebroken gezin dacht ik. Er lag brood in de koelkast en dat hebben we gegeten. Ik had alvast het brood gesmeerd voor die middag en op het aanrecht gelegd in een plastic zakje. Op een gegeven moment hoor ik Rianne gillen. Wat is er? Er liepen allemaal mieren op het brood. Het brood van Rianne was safe maar die van mij was overgenomen. Dat hebben we dus maar even weggegooid en nieuw gemaakt. Gelukkig lag er een hoop. De haring in de koelkast heb ik aan de volgende gegeven. Misschien dat die wel de tijd heeft om het op te eten. 

Goed, we gingen onderweg naar Wilson Promotory NP. In het bijzonder de Tidal river. Ik heb het vaker gezegd en hoewel je verwend raakt is toch elk landschap weer uniek. Zo ook hier. Het is zo mooi. Zo’n parelwit strand met prachtige azuurblauw water en geen mens te bekennen. Het is zoals je het in de brochure van een reisbureau zou kunnen zien. Een strand voor jou alleen. Het doet iets met je. Ik wil niet zeggen dat je er emotioneel van wordt maar het raakt je wel. De wereld kan zo mooi zijn. Als het niet verkloot wordt door massatoerisme of door handelen van de mens. Ik moet telkens denken aan wat de mensen zagen toen de Europeanen hier aan land kwamen. Dat moet toch wonderschoon zijn geweest. Wellicht hadden de mensen toen andere belangen. 

Norman Beach

We reden eerst langs het visitor center richting Norman Beach. Toen dachten we dat we verkeerd gereden hadden en zijn we teruggegaan naar het visitor center. Die lui daar zijn erg behulpzaam en hebben een leuk looproute aangegeven. Maar aangezien het een graad of 30 is met een veel hogere gevoelstemperatuur hebben besloten de auto weer bij Norman Beach neer te zetten en te lopen naar de Tidal River. We hadden inmiddels besloten om naar het strand te gaan. Dus even omkleden met een handdoek over je heen en op naar de Tasmaanse Zee. We hebben nu eindelijk eens de handdoeken gebruikt. De grap is dat ik sinds deze reis op alle plekken ben geweest die op mijn handdoek staan: London, Parijs, Sydney, Tokyo en New York. 

We legden onze handdoeken neer en liepen richting de zee. Het water was in het begin echt lekker warm. Echt zoals in een subtropisch zwembad. Dat komt omdat het heel langzaam dieper wordt. Maar naarmate het dieper werd, werd het water ook echt veel kouder. Maar nog steeds niet onprettig koud. Al had Rianne het niet zo warm. Na even tegen de golven gevochten te hebben zijn we gaan opdrogen in de zon. Ik smeerde Rianne en mezelf gelijk in maar dat was te laat. Dat hadden we natuurlijk moeten doen voordat we van de auto wegliepen. Pijnlijk verbrand dus. Toen we onze spullen weer terug in de auto hadden gedaan hebben we even geluncht. We probeerde de B&B te bellen om vanavond mee te eten maar die namen niet op. Achteraf gezien maar goed ook. 

De echte reden dat we hierheen waren gekomen had met de Tidal River te maken. Na even zoeken hadden we dat eindelijk gevonden. Ik was mijn pet vergeten dus mocht ik die van Rianne op. Maar dan verbrandde zij ook op haar hoofd. Heel kut. Uiteindelijk via de auto weer teruggegaan en naar de rots gelopen. Wat viel dat tegen. Het kan wel mooi zijn maar er lagen allemaal mensen in het water voor die rots. Persoonlijk vond ik het een aanfluiting. Rianne vond het wel mooi, maar alleen als er geen mensen waren. Ik vond dat strand echt veel mooier. Nu dit klaar was gingen we op weg naar de Church House op ongeveer een half uur rijden van de Wilson Promontory.

Ingang, nu nog een stuk omhoog rijden
Church House B&B

Je moest heel stijl omhoog gaan bij aankomst van de B&B. We waren de eerste gasten die aanwezig waren. De rest was nog op pad. De grote hond Sydney kwam ons meteen al bij de auto verwelkomen. Wat een hartelijk stel zijn Mary en Peter. We werden ontvangen met een kopje thee en mochten even ons verhaal doen. Peter vertelde dat hij uit Oostenrijk (toen nog Nazi Duitsland) gekomen was. Hij was toen 5 jaar oud. Mary was Italiaans en was ook na de oorlog naar Australië gekomen. Ze hadden dus een vergelijkbare achtergrond. Dat is wat hun bond en de rest is geschiedenis.

Woonkamer

Na de thee gingen we naar onze kamer. Het was bovenin de kerk. De kamer was mooi maar ook wel warm. De badkamer was echt helemaal geweldig. We hadden een balkon met een uitzicht to die for. Je keek over de heuvels. Het is niet een uniek uitzicht. Ik bedoel dit heb je in Oostenrijk en Ierland ook. Maar dat neemt niet weg dat het prachtig was. 

We hebben daar niet gegeten. De andere twee stellen deden dat wel. Nu hadden we nog een hoop werk te doen voor de blog. We werden uitgenodigd voor een drankje. Dat leek me geweldig want hoewel het Nederlandse stel niet zo interessant was, waren de Italiaan en Spaanse dat wel. Hele pientere mensen. Toch hebben we voorrang gegeven aan het typen van de tekst en het maken van een filmpje. Wij zijn uiteindelijk laat gaan slapen. 

10-01-2019 – Tarra Bulga NP

Geschreven door Steven

We hebben een vol programma. We moeten 380 kilometer rijden. Als dat in Nederland zou zijn zou dat hooguit 3 uur duren, maar door de bergen en de haarspeldbochten kan dat zomaar veel langer zijn. Daarnaast gaan we vandaag naar het Tarra Bulga NP. We slapen in een authentiek Australisch huis. Waarschijnlijk zijn wij vanavond helemaal uitgeput. We hebben een goede nacht gehad in de B&B. De eigenaar had een ontbijt klaargezet in de koelkast. Het was ietwat karig maar er zaten ook eitjes bij van zijn eigen kippen. Dat maakt een hoop goed. Veel fruit en wat te snacken. Erg leuk. 

We moesten redelijk vroeg vertrekken, al was het maar omdat we zo’n druk programma hebben. Dus hup de auto in en gaan rijden. Onderweg hadden we in principe geen tussenstoppen waar we iets willen zien. Hier in Australië tank je altijd je auto vol wanneer je een halve tank hebt. Je wil niet langs de weg staan met een lege tank. Dus we moesten al na een uur tanken. De prijs verschilt hier echt heel erg. Sommige pompen verkopen Octane91, Octane95, Octane95+ 10 % Ethanol (ook wel E10 genaamd), Octane98 en Octane101. Onze auto slikt in principe alleen E10, Euro95 en Euro98. Dat is best vervelend als ze allen 91 hebben of 98. Dan tank je iedere keer dure benzine. Een liter kost dan $ 1,45. Dat is zo’n € 0,99. Maar als je een pomp vindt met E10 dan tank je toch al gauw voor zo’n $ 1,16,  dat is € 0,79. De (R)overheid is hier niet verkeerd.  

Onderweg komen we toch wel in aanraking met een stel gekken. De weg gaat hier slinger-de-slinger maar toch willen ze te hard rijden. Bij de meeste bochten negeer ik de adviessnelheid omdat die waarschijnlijk voor vrachtwagens is of voor iedereen geschikt moet zijn. Ik rij dan 100 op de teller en ze zitten echt in je bumper. Een kilometer of 100 verder werd ik ingehaald door een vrouw die ik later bij een pompstation tegenkwam. Maar de reden dat zij mij inhaalde, hoorde ik van haar later, was omdat er een auto met caravan in haar bumper zat. En later ook in die van mij. Echt vol erop terwijl we 100 downhill gaan; een klein snappertje zeg maar. Maar de meeste automobilisten rijden hier gewoon goed met voldoende afstand. Kortom beter dan in Nederland.

Toen we aankwamen in Yarram was het inmiddels 15:00 uur. Dus we mochten inchecken. Hoewel van inchecken geen sprake was. We hadden een code van het sleutelkastje gekregen. Daarin vonden we de sleutel en met de sleutel konden we naar binnen. Het is een huis met 3 slaapkamers, een washok, een kleine WC, een badkamer, een aparte eethoek en keuken en natuurlijk de woonkamer. Het is leuk om een keer te zien hoe Australische mensen in de landelijke gebieden leven. Het is een oud huis. Binnen ligt de brief waarin de oma van de eigenaresse het nalaat aan haar dochter. Ze is er waarschijnlijk geboren en getogen. Ze hebben het echt leuk aangekleed. Alles is zo’n beetje zelf gemaakt. Echt heel origineel. 

We moesten nog naar Tarra-Bulga NP. Hier gaan we lopen op een pad waar veel Lyre-Birds leven. Hopelijk zien we er een aantal. Onderweg naar Tarra-Bulga komen we erachter dat het pad echt heel slecht is. De weg is van prima kwaliteit maar er liggen bomen op de weg en het is heel onoverzichtelijk. Daarnaast is alles tweerichting maar is er maar ruimte voor 1 auto. Je hoeft maar een gek tegen te komen om de Sjaak te zijn. Dat neemt niet weg dat de weg ook adembenemend mooi is. Het is niet zoals de bossen waar we eerder in waren. Er zijn heel veel varens en ziet er echt uit als een tropisch regenwoud. Zo bijzonder en zo mooi. De ravijnen zijn diep dus ik let goed op de weg.

Rianne kon het wel mooi bekijken en ze vond het heel mooi. We kwamen om 17.00 uur aan bij het visitor center. Die was helaas al gesloten. Dus we liepen het oerwoud in. Op de parkeerplaats kwamen we nog prachtige felgekleurde papegaaien tegen. Toen we het regenwoud in liepen stond erbij dat het ongeveer 2,4 kilometer was heen en weer. Maar je doet er gewoon veel langer over dan je zou denken. Uiteindelijk hebben we er ongeveer een uur over gelopen. Helaas hebben we geen Lyre-Birds gezien. Heel jammer. Onderweg wel veel andere vogels gezien. 

Het pad waar we overheen lopen is ook al zo slecht. We zijn nagenoeg alleen. We kwamen 1 keer een stel Italianen tegen. Ook hier liggen omgevallen bomen en overhangende planten. Ze noemen dit rolstoelvriendelijk. Dat zal dan wel een pausmobiel moeten zijn want die rolstoelen komen hier niet overheen. Bij de terugreis wilden we nog “even” naar de Suspension Bridge. Dat was op slechts 800m lopen. Alleen gingen we heel stijl naar beneden. Dan weet je we moeten ooit weer omhoog. Na 3 jaar lopen hadden we de brug bereikt. Heel vet om te zien. Uit het niets hangt er ineens een brug. In de jungle tussen twee kanten. Nu wisten we dat het nog zeker 1,5 kilometer teruglopen was. Maar er stond ook een bord met 800m Car Park Visitor Center. Dat klonk te mooi om waar te zijn. 

Het pad ging echt heel steil omhoog en duurde voor je gevoel eeuwig. We waren echt zo blij dat we de auto uiteindelijk bereikt hadden. We reden terug over een onverharde weg. Wat eng maar wat mooi. We waren zo blij dat we niet naar Argentinië waren gegaan. Daar had je alleen maar van dit soort wegen. Om de haverklap kwam je walibi’s tegen langs de weg. Echt tof die wilde beesten. Het was echt te gek. Op een gegeven moment zat er een walibi naast de auto. Ik dacht dat hij naar beneden ging maar hij hopte ineens voor de auto langs. Bizar maar echt heel leuk. 

We waren op weg naar een supermarkt om wat te eten te scoren. Ik vond daar een hele kip voor $ 9,00. Dat is iets van € 6,-. Dan is hij klaargemaakt en al. Dus wij hebben die meegenomen en gingen terug naar het appartement. Toen we de kip hadden gegeten gingen we op de bank zitten om bij te komen van vandaag. Toen we een beetje aan het chillen waren hoorde we ineens een harde knal op de ruit. Er vloog een tropische vogel tegen de ruit. Waarschijnlijk hartstikke dood. Zijn of haar partner bleef maar roepen. Echt zo zielig.

09-01-2019 Betka Beach in Mallacoota

Geschreven door Steven

Vandaag is een bijzondere dag. Rianne en ik zijn vandaag 9,5 jaar bij elkaar. We hebben niet veel tijd om er bij stil te staan. We vertrekken vandaag uit Boydtown richting Mallacoota. Het is een rit van ongeveer 70 kilometer en zal een klein uur in beslag nemen. Rianne had hier gezien dat er een mooi strand was. Betka Beach. Onderweg zagen we de gebruikelijk prachtige natuur. Hoewel er hier wel meer schade is van bosbranden. Zonde. De natuur herstelt zich wel weer na zo’n brand. Het is wel weer groen. Alleen de bomen zijn allemaal dood en heel grijs. Het valt ons op dat we al een paar honderd kilometer in dichtbegroeid bos rijden. Als je daarbij stil staat. Laten we het houden op 400 kilometer. Dat je een bos hebt van Rotterdam tot in de buurt van Parijs. Ik vind dat heel speciaal. De natuur veranderd ook weinig onderweg. Het zijn veel bomen met veel groen. 

Vandaag gaan we ook de grens van de staat over. We rijden van New South Wales naar Victoria. We waren snel op de plaats van bestemming. Er was een korte route door de jungle genaamd Double Creek Nature Walk in het Croajingolong NP. Deze route gaat dwars door een dichtbegroeid bos. Meestal zijn hier wel koala’s te zien. We kwamen aan en Rianne was in het wit gekleed. Dat had ze beter niet kunnen doen. De muggen vlogen op haar af. Uiteraard liet ze de autodeur open staan zodat ze mij ook gezelschap konden houden. Fijn… We hebben ons ingesmeerd met een dikke laag deet maar dat had niet heel veel effect. Wat een muggen zooi. Er lag ook een plas met stilstaand water naast de plek waar wij liepen. We hebben ongeveer een kilometer of anderhalf door het bos gelopen en zijn vaak gestruikeld omdat je omhoogkeek op zoek naar koala’s. Die hebben we niet gevonden. Ik zeg iedere keer tegen Rianne dat ik een koala wil knuffelen. Ze lijken mij er zo fluffy uit te zien, helaas hebben we ze niet gezien.


Het begon een beetje te miezeren en we hadden nog niet gegeten dus we reden wat verder door om te gaan eten bij een plas genaamd Betka River. De omgeving is weer prachtig. Een mooie spiegelschrift plaats wat omringd wordt door tropische bomen. Geen verkeerde plek om te gaan eten. Het was iets over éénen en we konden nog niet in de B&B. Maar we hadden eigenlijk ook geen andere plek om naartoe te gaan. We moesten nog naar Betka Beach. We hadden van tevoren uitgezocht wanneer het eb is, zodat we de rotsen op het strand konden zien liggen. Dat zou pas om een uur of 17.00 zijn. Dus we reden maar naar de B&B waar we iets voor tweeën naar binnen gingen. Ik had niet veel verwacht van deze B&B maar het is echt goed. Het bed is groot genoeg. Het is schoon en de badkamer is goed. We hebben een eigen tuintje en de kamer is verder van alle gemakken voorzien.


Betka Beach

Toen we even binnen waren kwam de eigenaar aangelopen. De sleutel zat al in de deur dus daardoor hadden we niet eerder kennis gemaakt. Het is een hele aardig vent die ons even door de kamer loodst. Hij geeft ons nog tips voor de omgeving en zegt waar we wilde beesten kunnen vinden. We kleedden ons om zodat we naar Betka Beach konden. Het is buiten maar 18 graden Celsius dus een lange broek en een trui zijn wel noodzakelijk. Persoonlijk had ik me niet veel voorgesteld van Betka Beach. Het leek me niet zo boeiend. Maar mijn God, wat is het weer mooi! De grote golven, de prachtige rotsformaties, het mos en zeewier op de stenen en het landschap maken dit tot een bijzondere plek. Hoewel het eb hoorde te zijn en het water zich verder moest terugtrekken kwam het water ons snel tegemoet met golven die dichtbij kwamen dan eerdere golven. Snel even een foto maken dus. Wat ik me altijd probeer voor te houden is dat hoewel je dit graag wil vastleggen zodat je het kan delen, je ook even stil moet staan bij het moment. Je geniet meer van het uitzicht als je niet de hele tijd door de lens kijkt.

Ik liep langs de rotsen terwijl Rianne wat foto’s aan het maken was. Daar zag ik een doorgang naar een ander strand. Het was een beetje een slecht begaanbaar pad. Je werd alleen vrij snel ingesloten door het water. Maar aan de andere kant was het ook heel mooi. Ik riep Rianne. Eerst had ik het idee om vanuit daar verder te lopen en een pad terug te nemen naar het beginpunt. Maar Rianne was wijs en zei:” Kom we gaan terug.” Achteraf gezien was dat wel verstandiger. We waren al bijna ingesloten door het water. Toen we terugliepen waren we ook wel erg moe. Het was nog even lastig om het pad terug te vinden.

Tussen de rotsen waar we bijna ingesloten werden door het water wat kwam.
Australische Bonte Scholekster

Eenmaal in de auto wilden we eigenlijk gelijk gaan eten. Dus we reden naar de BBQ-tent die we online hadden gevonden. Van de buitenkant leek het op een uit de kluiten gewassen zeecontainer met louche figuren. We hebben maar besloten om door te rijden naar de golfclub. Dat moet toch wel een goede tent zijn? We verbazen ons al langer over de afwezigheid van normale restaurants in Australië. Met de horeca is het bar en boos gesteld. Enfin, wij komen aan bij de golfclub. Een golfclub nota bene. Maar de plaatselijke voetbalkantine ziet er beter uit dan dit. We besloten toch te bestellen. We vroegen om mayonaise bij het eten. Dat hadden ze niet. Ze hadden wel tartaarsaus. En man wat was dat lekker. Dat is blijkbaar hetgeen waar Aussies hun friet in dopen. Het eten was weer lekker hoewel wel minder lekker dan gisteren. Op de golfbaan stonden tientallen Kangaroos. Dat was echt geweldig om te zien. Ze liepen daar in het wild rond. We zagen 2 mannetjes vechten. Die beesten kunnen elkaar gewoon schoppen. De mannetjes zijn een stuk groter dan de vrouwtjes.

Na het eten zijn we het golfterrein even opgegaan. We probeerden steeds dichterbij de grote groep kangaroos te komen. Ze keken allemaal op en gingen omhoog staan, haha. We bleven maar op een afstandje, met zo’n groep wil je geen ruzie. Toch is het bijzonderder als je ze in een natuurpark tegenkomt dan hoe je ze op een golfbaan met z’n allen ziet. We reden hierna naar de B&B en waren tevreden over vandaag. Een leuke dag.

Met zo’n groep wil je geen ruzie hebben.

08-01-2019 – Ben Boyd NP

Geschreven door Rianne

Laatst had ik geschreven dat we een baaldag hadden, nou dit was echt onze geluksdag! Steven zei dat het door z’n T-shirt kwam haha. Wonderbaarlijk hebben we beide goed geslapen. Het is alleen voor Steven vervelend dat hij overal in de kamer zijn hoofd stoot. Het lijkt wel alsof dit een kamer voor kaboutertjes is. Ik pas zelf maar net onder de douche.. laat staan Steven met zijn 2 meter. We besloten om naar het ‘gratis’ ontbijt te gaan. Eenmaal daar hadden we zoiets van nee dit kan het niet zijn. Het zag er erg karig uit, waardoor ik eerst nog op zoek ging naar of er in een andere zaal niet meer te eten staat. Helaas was dat niet zo. Je kon bruin of wit brood roosteren. Er een jammetje, pindakaas of boter op doen. Daarnaast stond er nog een bak gesneden fruit waar vliegen opzaten. We doen het er maar mee. Beter iets dan niets toch. Daarna gingen we ons klaarmaken om naar Ben Boyd National Park te gaan. Het was 26 graden en droog, dus een korte broek konden we wel aan doen.

We gingen via een onverharde weg het park in. Onze witte auto begon er al snel smerig uit te zien, haha. We reden helemaal door naar het verste punt oftewel ‘Haycock Point’. Eenmaal de auto geparkeerd, moesten we nog een stuk lopen. Uiteraard liepen we eerst de verkeerde kant op, waardoor we meteen op het strand stonden. Dit kon niet de bedoeling zijn. Een aardige vrouw wees ons de weg. We liepen een groen landschap binnen, waar je allemaal vogels mooi hoorde fluiten. In de verte zag ik iets springen. En ja hoor ik zag mijn eerste wilde kangaroo! Kreeg er zelfs kippenvel van. Ik was zo enthousiast en blij, vooral omdat ik in dit park niet een kangaroo had verwacht. Uiteindelijk hebben we vier kangaroos gezien, waarvan één hele grote. Wat een prachtige dieren. Hierna liepen we door en zagen we wilde parkieten en nee niet die irritante parkieten die in Rotterdam rondvliegen. Deze zagen er mooier qua kleuren uit. We keken naar rechts en zagen een mooie blauwe oceaan, wit/geel kleurend strand wat daarna overging in het groene bos. Wauw wat mooi om te zien. 

We gingen een stukje van het pad af en kwamen op een uitkijkpunt te staan, waar het flink waaide. We zagen rotsen, waarvan het water hoog tegenaan klapte. Hierna kwamen we toch echt aan bij Haycock Point. In de verte zagen we al een flinke rots in het water staan. We moesten met wat trappetjes naar beneden die opeens ophielden. Een mooi uitzicht hadden we, maar we wilden het graag van dichtbij zien. Enig probleem was dat de rotsen steil naar beneden gingen om er te komen. Na flink twijfelen heb ik toch maar besloten om met kleine zijwaartse stapjes naar beneden te gaan. Eenmaal beneden was het zeker de moeite waard. Wat is het mooi hier! Al die rode en paarse stenen die in het water liggen. Echt zo ontzettend mooi! We hebben wat zitten stunten om goede foto’s te maken. Dat ging soms wat lastig omdat er een stroming stond die langs de stenen ging. In de verte zagen we het opeens donker worden en het regende daar. We besloten om maar afscheid te nemen van deze bijzondere plek, anders kwamen we straks die steile rots niet meer omhoog als het zou regenen. Ik baalde wel, had er graag nog iets langer van willen genieten.

Eenmaal bovenaan gekomen hoorden we het onweren en zagen we verschillende keren een bliksem. Opeens werd het ook erg benauwd. Oke hier moeten we snel wegwezen. We liepen gehaast terug naar de auto, waarbij we nog wel op de wilde dieren moesten letten. Gelukkig waren we droog overgekomen bij de auto. Daar hebben we onze broodjes als echte Hollanders gegeten. Hierna reden we over een zandweg door naar het volgende punt: The Pinnacles. Het miezerde een beetje en je hoorde onweer op de achtergrond. We besloten om toch te gaan. Achteraf ook beter want het klaarde op. We moesten eerst door een stuk bos en daarna over een smal paadje door de duinen. Ik had zoiets van ik ga wel voorop, dan zie ik ook als eerst een spin of een slang voor het geval dat. Uiteindelijk hebben we de Pinaccles gevonden. Snel even wat foto’s gemaakt en weer richting de auto. Onderweg zag je veel termiet heuvels. Steven zag er ook nog eentje lopen, maar zei maar niks tegen mij. Eenmaal bij de auto zagen we een kleine varaan. Ik probeerde wat dichterbij te komen, terwijl Steven op een afstandje foto’s maakte. Toen dat beest z’n tong opeens iedere keer liet zien, gingen we maar snel de auto in haha.

In de avond besloten we om nog wat te eten bij het hotel. Het bestellen van je eten gaat hier in de horeca anders. Je loopt naar een bar, daar bestel je dan je eten. Vervolgens loop je naar een andere bar om je drinken te bestellen. We hadden prima gegeten en het onweerde keihard. De mensen naast ons werden een beetje nat, omdat de deur openstond. Morgen gaan we naar Mallacoota. Hopelijk zien we daar koala’s.