Geschreven door Steven
De B&B waar we vandaag heen gaan lijkt ons de zo’n beetje de beste van de vakantie. Rianne en ik kijken allebei uit om in de Church House te gaan slapen. Van wat we gezien hebben op de foto heb je echt een prachtig uitzicht. Daarnaast heeft de B&B ons ook gewoon een leuk mailtje gestuurd. Mochten we wat nodig hebben dan moesten we het maar laten weten. Het was de bedoeling om eerst uit Yarram te vertrekken en naar Wilson Promotory NP te gaan. Dat is een groen schiereiland met een rode rivier. Er staan kenmerkende rotspartijen in het water. De route is relatief kort. We verwachten ongeveer 90 kilometer te moeten rijden wat ongeveer 1,5 uur in beslag gaat nemen. Goed te doen dus.
In de morgen hebben we nog gezocht naar de dode vogel maar die lag waarschijnlijk ergens in een struik. De partner van het beest zat nog wel in de boom. Weer een gebroken gezin dacht ik. Er lag brood in de koelkast en dat hebben we gegeten. Ik had alvast het brood gesmeerd voor die middag en op het aanrecht gelegd in een plastic zakje. Op een gegeven moment hoor ik Rianne gillen. Wat is er? Er liepen allemaal mieren op het brood. Het brood van Rianne was safe maar die van mij was overgenomen. Dat hebben we dus maar even weggegooid en nieuw gemaakt. Gelukkig lag er een hoop. De haring in de koelkast heb ik aan de volgende gegeven. Misschien dat die wel de tijd heeft om het op te eten.
Goed, we gingen onderweg naar Wilson Promotory NP. In het bijzonder de Tidal river. Ik heb het vaker gezegd en hoewel je verwend raakt is toch elk landschap weer uniek. Zo ook hier. Het is zo mooi. Zo’n parelwit strand met prachtige azuurblauw water en geen mens te bekennen. Het is zoals je het in de brochure van een reisbureau zou kunnen zien. Een strand voor jou alleen. Het doet iets met je. Ik wil niet zeggen dat je er emotioneel van wordt maar het raakt je wel. De wereld kan zo mooi zijn. Als het niet verkloot wordt door massatoerisme of door handelen van de mens. Ik moet telkens denken aan wat de mensen zagen toen de Europeanen hier aan land kwamen. Dat moet toch wonderschoon zijn geweest. Wellicht hadden de mensen toen andere belangen.
We reden eerst langs het visitor center richting Norman Beach. Toen dachten we dat we verkeerd gereden hadden en zijn we teruggegaan naar het visitor center. Die lui daar zijn erg behulpzaam en hebben een leuk looproute aangegeven. Maar aangezien het een graad of 30 is met een veel hogere gevoelstemperatuur hebben besloten de auto weer bij Norman Beach neer te zetten en te lopen naar de Tidal River. We hadden inmiddels besloten om naar het strand te gaan. Dus even omkleden met een handdoek over je heen en op naar de Tasmaanse Zee. We hebben nu eindelijk eens de handdoeken gebruikt. De grap is dat ik sinds deze reis op alle plekken ben geweest die op mijn handdoek staan: London, Parijs, Sydney, Tokyo en New York.
We legden onze handdoeken neer en liepen richting de zee. Het water was in het begin echt lekker warm. Echt zoals in een subtropisch zwembad. Dat komt omdat het heel langzaam dieper wordt. Maar naarmate het dieper werd, werd het water ook echt veel kouder. Maar nog steeds niet onprettig koud. Al had Rianne het niet zo warm. Na even tegen de golven gevochten te hebben zijn we gaan opdrogen in de zon. Ik smeerde Rianne en mezelf gelijk in maar dat was te laat. Dat hadden we natuurlijk moeten doen voordat we van de auto wegliepen. Pijnlijk verbrand dus. Toen we onze spullen weer terug in de auto hadden gedaan hebben we even geluncht. We probeerde de B&B te bellen om vanavond mee te eten maar die namen niet op. Achteraf gezien maar goed ook.
De echte reden dat we hierheen waren gekomen had met de Tidal River te maken. Na even zoeken hadden we dat eindelijk gevonden. Ik was mijn pet vergeten dus mocht ik die van Rianne op. Maar dan verbrandde zij ook op haar hoofd. Heel kut. Uiteindelijk via de auto weer teruggegaan en naar de rots gelopen. Wat viel dat tegen. Het kan wel mooi zijn maar er lagen allemaal mensen in het water voor die rots. Persoonlijk vond ik het een aanfluiting. Rianne vond het wel mooi, maar alleen als er geen mensen waren. Ik vond dat strand echt veel mooier. Nu dit klaar was gingen we op weg naar de Church House op ongeveer een half uur rijden van de Wilson Promontory.
Je moest heel stijl omhoog gaan bij aankomst van de B&B. We waren de eerste gasten die aanwezig waren. De rest was nog op pad. De grote hond Sydney kwam ons meteen al bij de auto verwelkomen. Wat een hartelijk stel zijn Mary en Peter. We werden ontvangen met een kopje thee en mochten even ons verhaal doen. Peter vertelde dat hij uit Oostenrijk (toen nog Nazi Duitsland) gekomen was. Hij was toen 5 jaar oud. Mary was Italiaans en was ook na de oorlog naar Australië gekomen. Ze hadden dus een vergelijkbare achtergrond. Dat is wat hun bond en de rest is geschiedenis.
Na de thee gingen we naar onze kamer. Het was bovenin de kerk. De kamer was mooi maar ook wel warm. De badkamer was echt helemaal geweldig. We hadden een balkon met een uitzicht to die for. Je keek over de heuvels. Het is niet een uniek uitzicht. Ik bedoel dit heb je in Oostenrijk en Ierland ook. Maar dat neemt niet weg dat het prachtig was.
We hebben daar niet gegeten. De andere twee stellen deden dat wel. Nu hadden we nog een hoop werk te doen voor de blog. We werden uitgenodigd voor een drankje. Dat leek me geweldig want hoewel het Nederlandse stel niet zo interessant was, waren de Italiaan en Spaanse dat wel. Hele pientere mensen. Toch hebben we voorrang gegeven aan het typen van de tekst en het maken van een filmpje. Wij zijn uiteindelijk laat gaan slapen.