20-01-2019 – St. Helens dag 1

Geschreven door Steven

We hadden goed geslapen in de B&B. Dat kwam ook omdat we gewoon heel moe waren. We moesten om 11:00 uur de kamer uit zijn. Dus dat betekent ook dat we pas om 11 uur weggaan. Want een keer rustig aan doen is ook wel fijn. We hebben lekker gegeten en de spullen gepakt. Het was de bedoeling om even naar The Wineglass Bay te gaan. Dit is een strand wat in de vorm van een wijnglas is. Mijn moeder had een vriendin die een drankorgel was. Dit zou een prima activiteit zijn geweest voor haar. Het was heet. Een graad of 30 met een strakblauwe hemel. We kwamen erachter dat het strand zelfs nog langer lopen is dan het uitkijkpunt. Het uitkijkpunt is al 45 minuten lopen. Er is nergens een parkeerplek en dan moeten we ook nog eens anderhalf uur lopen in de brandende zon. We besloten er vanaf te zien. Op onze weg naar dit nationale park (Freycinet) hadden we ‘Sleepy Bay’ zien staan op een bordje. Het was in ieder geval een stuk rustiger en dichterbij want we kunnen het water al horen. 

Dus ik haal het badlaken van Rian uit de koffer en we denken even af te koelen aan het strand. Na een flink stuk omlaag gelopen te hebben zagen we het water. Onderweg naar beneden zagen we verschillende mensen die hijgend als een postpaard omhoog liepen. Maar toen we bij het uitkijkpunt stonden zagen we geen strand. Rianne baalde al dat ze op haar slippertjes liep. Er stond ook alleen Bay dus in principe is het onze eigen schuld. Toch was het prachtig om te zien. Echt ongerepte ruige natuur. We maakten een paar foto’s terwijl we de insecten probeerden te vermijden. Dat is hetgeen mij het meest tegenvalt van Tasmanië, al die klote vliegen en muggen. Veel en veel erger dan het vaste land van Australië. We namen de steile klim naar boven om weer terug te lopen naar de auto. Net zo hard hijgend als de andere mensen kwamen we aan bij de auto. Inmiddels werden we omringd door vliegen en muggen die je pakte waar ze je konden pakken. Wat een kutinsecten. 

We besloten uit het park te rijden en richting ons verblijf voor de volgende 3 dagen. Dit is een “villa” in St. Helens. We moesten ongeveer een uur of 3 rijden. Onderweg kwamen we langs allemaal idyllisch stranden en kustlijnen. Geweldig om te zien. Het grappig is dat toen we bij Haycock Point waren, we voor het eerst zo’n strand zagen. Inmiddels zijn we het wel een beetje gewend. Desalniettemin blijft het gewoon prachtig om te zien. Zeker als je de enige bent op zo’n strand. In Nederland is het vechten voor een plekje op het strand. Maar hier ben je gewoon bijna alleen. Wat ook opvalt is dat elk strand een bord heeft met de te verwachten gevaren. Dat is best goed. Bij een strand waar we even stil stonden was een stel aan het zwemmen. Maar we zagen verderop riptide (muistroom). Je ziet het water gedeeltelijk terugstromen in de zee. Als je daarin zit ben je de lul. Maar die mensen zaten er nog wel een stukje vandaan. Bovendien waren ze naakt dus ze zoeken het maar uit. 

We reden een plaatsje binnen met een bakkerij. Ik was zelf misselijk van de medicijnen maar Rianne had wel trek. Ze kocht een croissant voor haarzelf en voor mij twee avocadobroodjes en een cappuccino. Ik ben hier weer helemaal hooked geraakt aan koffie. Dat moet ik in Nederland maar weer even afbouwen. We reden weer verder in de heerlijke zon richting St. Helens. Ik vind rijden in Nederland altijd zo saai en vervelend. Maar hier met weinig verkeer en de vele bochten is het wel leuk. Een ding is wel hetzelfde en dat is iedereen schijt heeft. Je komt een bord tegen dat auto’s met aanhangers niet verder door moeten rijden. Uiteraard heeft iedereen daar schijt aan. Uiteindelijk kwamen we bij een tijdelijke brug met allemaal losse houten balken waar je maar met 1 auto op mag rijden. Dat is dus de reden dat dit een doodlopende weg is voor auto’s met aanhangers. Waarschijnlijk houdt de brug het wel maar dat is dus de reden. Niet dat 1 caravan zich er ook maar wat van aantrekt. 

Toen we St. Helens binnenreden reden we eerst voorbij ons verblijf ‘Pelican Point Sanctuary’. Je moest omhoog rijden en dan was je er. We maakten kennis met de eigenaar en kregen de sleutel. Het is echt een prachtig huisje. Het beste huisje van het park. Maar het is rolstoelvriendelijk. Dat was onverwachts. Achteraf gezien natuurlijk niet wat het stond er gewoon bij. Maar Rianne kon kiezen tussen twee van dit soort huizen voor dezelfde prijs, dus die dacht ik pak de grootste van de twee. Ze had er alleen overheen gelezen dat het voor invalide mensen is. Dit is het eerste huisje met inductie. Heerlijk gewoon weer zoals thuis. Al die andere huisjes hadden keramisch wat gewoon klote is. We hebben wat noodzakelijk dingen in de was gedaan want je mag hier wassen en zijn toen naar de supermarkt in het dorp gereden. Ik mis de kaas van thuis. Die afschuwelijk cheddar “kaas” komt mijn neus uit. Ze weten echt niet wat kaas is hier.

We kochten proviand om 2 dagen te kunnen koken. Maar de hele supermarkt rook naar gebraden kip. Ik kan dat gewoon niet weerstaan. Dus hup die kip in een tasje, dat is ons avondeten. Het is eigenlijk het snacken wat we thuis weleens doen. Je eet het en daarna heb je spijt, haha. Maar het was wel lekker. Ik zei nog tegen de dame achter de balie: ”Ik zou hier niet moeten werken want dan eet ik elke dag kip”. Ze beaamde mijn angst. We reden weer terug en haalden de was uit de wasmachine. Ik zag toen pas dat ik een programma van 15 minuten moet kiezen in plaats van een uur vanwege de watertank. Ach, dan is het tenminste een beetje schoon. In 15 minuten kan een was toch niet schoon worden? We hebben voor zonsondergang nog een ijsje gegeten op de veranda. 

De hemel was helder en de maan kwam op. De grote maan viel ons op. We besloten dit vast te leggen met de GoPro. Het werd zo fel. Het gaf echt veel licht. Na 1,5 uur hebben de timelapse gestopt. Ik werd in die korte periode helemaal kapot gestoken. Maar wat een toeval. Want wat bleek. Dit was de super maan. In het noordelijk halfrond ontstond later die dag een bloedmaan in combinatie met een super maan. Wij wisten dat niet. Echt grappig. We deden de gordijnen naar beneden toen we ineens een super grote spin zagen wegkruipen. Daar stond ik daarstraks nog zonder mij zorgen te maken. Wat vreselijk. Toch hebben we echt een geweldige dag gehad. 

19-01-2019 – Tasman Island

Geschreven door Steven

Vandaag zijn we redelijk vroeg opgestaan. We gaan vandaag 3 uur varen op een boot richting Tasman Island (niet te verwarren met Tasmania). Onderweg zullen we bij een aantal bezienswaardigheden stoppen. Tegelijkertijd moeten we ook uitchecken. Dus spullen opruimen en het huisje uit. Ik had wat fruit schoongemaakt om te eten op de boot. We gingen vijf over negen weg. Het was slechts 10 minuten rijden. Eenmaal aangekomen daar werd bevestigd dat degene die van het dichtstbij moeten komen altijd de laatste zijn, want wij waren de laatste. We gingen vervolgens met een bus en 40+ mensen richting de haven. Ik had er wel zin in en Rianne ook. We hadden drie lagen kleding aan. Sommige mensen waren in een korte broek en een T-shirt. Echt zo verschrikkelijk dom. Vooraf werd al gewaarschuwd dat het koud is op de boot. De dame van de organisatie vertelde dat het meestal 10 graden afkoelt. Dus dan is het een graad of 14. 

We voeren zachtjes weg met de boot. Even uit de haven deelde de stuurman pilletjes uit tegen de wagenziekte. Die naam vind ik in het Nederlands ontzettend slecht want in het Engels heet het Motion Sickness wat veel logischer is. Daarna ging de buik erin. Ik wist van Amerika dat ik inderdaad wagenziek wordt. Dus als je dan in een golf een meter of 2 a 3 naar beneden valt krijg ik het heel benauwd. Vreselijk alles blokkeert. Maar als je je ogen dicht hebt, heb je nergens last van. We zaten in het midden van de boot waar je minder last zou hebben van de golven. Ik was zo blij dat we niet ergens voorin zaten. Vreselijk om daar te zitten. Ik had er echt last van. Maar als het weer even rustig was deed ik mijn ogen weer open. Ik vond het wel leuk. Soms stopte de boot en werd er verteld over de bijzonderheden. 

Een aantal voorbeelden daarvan is een L-vormige rots. Maar ook vogels die op pinguïns lijken. Vooral de cascade rotsen vind ik mooi. De rotsen zijn schuin afgesleten. Het is zacht materiaal dus over 1000-den jaren is het weg. Maar het creëert een optische illusie alsof het water flink omhoog stroomt. Dat zie je erger op de foto dan in het echt. Wel heel vet. In die rots zat met een beetje verbeelding een zeemeermin met algen als staart getekend. Grappig bedacht! We voeren verder richting het zuiden. De omgeving is hier zo waanzinnig mooi. Ik zal dit nooit vergeten. Die ruige kust. In het begin hadden we zoiets van Tasmanië is niet het mooiste onderdeel van het Australië wat wij zien. Maar dit komt toch verdomd dicht in de buurt. Onderweg zagen we albatrossen vliegen. Deze beesten komen alleen hier voor. Ze zijn zo aangepast aan het leven hier dat hun hartslag bijna hetzelfde is als ze rusten op het water dan als ze vliegen over zee. Echt toffe beesten. Ik moest gelijk denken aan die reclame van Yogo Yogo: “Er zit een engerd in het bos met een broodje albatros. Yogo Yogo”. 

Optische illusie: Het lijkt dat het water scheef is, maar het zijn juist de rotsen die scheef staan

Toen we even later weer verder voeren kwamen er dolfijnen. Echt hele mooie. Ze waren grijs aan de bovenkant en wit aan de onderkant. Ik had nog nooit deze grijs-witte dolfijnen in de natuur gezien. Zo geweldig. Rianne kon ze goed vastleggen en ik had ze ook op de camera. Maar uiteraard hebben we ze ook in het echt gezien. Ik vond het geweldig. We voeren verder om de hoogste zeeklif van het zuidelijk halfrond te zien. Dit was een klif van 306 meter hoog. Het was alleen zo jammer dat hij zo snel draaide met de boot. Daardoor kon ik het niet goed zien en Rianne kon geen foto maken. Ook hier weer veel vogels en zeehonden. Rianne en ik vonden de zeehonden niet interessant. Die hebben we in Nederland ook. Hierna was Tasman Island aan de beurt.

Zeehonden die proberen af te koelen door hun vin omhoog te doen

Op Tasman Island staat een vuurtoren. Deze was belangrijk voor de navigatie. Tot in de jaren 70 werd deze door mensen bediend. Om dat te faciliteren was een platform gebouwd in 1906 in Engeland en vervolgens verscheept en in elkaar gezet op Tasman Island. Helaas is het platform nu beschadigd. De kabel die eerst tot zeeniveau liep is ook geknapt door gebrek aan onderhoud. Dat is zonde want het is de nalatenschap van die tijd die nu gedeeltelijk verloren gaat. Er gaan stemmen op om het weer in ere te herstellen. Dat lijkt me belangrijk. Dat maakt het overigens niet minder indrukwekkend. Wat ook bijzonder aan dit eiland is, is dat er 1,5 miljoen vogels op wonen. Erg indrukwekkend. 

We voeren om het eiland heen om de vuurtoren aan de andere kant te bewonderen. De golven waren hier zeer hoog. Ik denk dat we met gemak door de zee een meter of 5 omhoog werden getild. Bij het aangezicht van die golven werd ik wel een beetje bang. Je zakte opeens diep naar beneden en zag de golven voor je gevoel boven je. Maar het ging prima. Ook hier hadden we weer te weinig tijd om die vuurtoren goed te kunnen zien, mede door de hoge golven waardoor het gevaarlijk was. De boot ging met volle vaart richting de haven. Met hoge snelheid voeren we over de zee. Ik vond dit wel fijn want hierdoor hadden we minder last van de golven. Rianne kon niet goed tegen de wind. Net op het moment dat ik een filmpje aan het maken was van Rianne en de terugvaart richtte ik de camera op de zee. Het was op dat moment dat er een dolfijn uit het water sprong. Wat een geluk. Echt tof. Het was ook goed dat wij aan de stuurboord kant zaten. Want op de terugweg had je geen tijd of kans om alles goed vast te leggen.

Het was inmiddels een uur of 1 en we gingen terug naar de auto. Wat een indrukwekkende belevenis dit zeg. Heel erg leuk. Rianne vond het harde varen erg leuk. Ik wat minder behalve op de terugweg. Ik was wel heel blij dat ik het gedaan heb. We aten even snel wat in de auto. Tenminste ik ging mijn fruit eten. Want op de boot had ik daar helemaal geen kans voor. We reden wederom langs de Mussel Boys. Dat was de derde keer vandaag als je de busreis meerekent. We wisten dat we twee opties hadden. Of we rijden via Hobart en weer door de bergen. Bij Hobart zijn wegwerkzaamheden dus daar heb ik geen zin in. De bergen hebben we nu wel gezien dus liever iets anders. En dat andere is langs de kust rijden. Dat lijkt ons ook veel mooier. 

Aan het eind van het onverharde pad kwamen we bij dit mooie uitzicht

Zo gezegd zo gedaan. Wij zijn lekker aan het rijden en opeens zegt de navigatie ga rechtdoor. Rechtdoor? Waar? Er was een onverharde weg. Hoewel ‘weg’. Het was echt vreselijk. In het begin ging het nog wel maar verderop kon je echt niet harder rijden dan 20 kilometer per uur. Rianne was de wanhoop nabij. Ik maakte me geen zorgen. Ik was alleen bang dat als dit nog 100 kilometer door zou gaan dat we in het donker gingen rijden. Maar de auto kan het wel aan. Het is niet voor niets een 4×4. Je zag op de navigatie over 7 kilometer rechtsaf. Dan denk je van ooh dan zijn we er. Weer gewoon asfalt. Maar dat bleek niet zo te zijn. Dan weet je of we draaien om en rijden 8 kilometer terug op die vreselijke weg. Of we gaan verder want lang kan het niet meer duren. Maar het duurde nog wel lang. We hebben denk ik een kilometer of 24 op onverharde weg gereden. En dan ook echt op losliggende afgebrokkelde stenen. Daar moet wel bij gezegd worden dat het laatste en grootste stuk je wel 60 kilometer per uur kon rijden omdat het een zandweg was. Zolang het niet regent prima begaanbaar.

Bounty strand

Wat wel opviel was de prachtige natuur hier. Je ziet hier echt van die bounty-stranden. Wit verlaten en overspoelt door azuurblauw water. Prachtig om te zien. Het grappige moment dat we nog een kilometer of 5 over een zandweg moesten rijden, dachten we, en hij ging ineens over op asfalt. Ik was zo blij. We kwamen terug in de bewoonde wereld. Echt een villawijk, die we hiervoor in Tasmanië niet gezien hebben. Je zag toeristen ons naderen in tegengestelde richting. Wij lachten in ons vuistje. Zo van succes het duurt nog wel even, haha. Die mensen keren al helemaal niet terug denk ik. De route verder richting Coles Bay was prachtig. Mooie natuur. We hebben de westkust van Tasmanië niet gezien maar van wat we tot nu toe wel gezien hebben is de oostkust echt prachtig. Weer heel anders dan de rest. Mooie groene natuur. Afgelegen strandjes en een prachtige zee. Erg mooi. 

Toen we er bijna waren gebeurde er iets vreselijks. We reden achter een verstandig en goed rijdend persoon. Opeens wijkt hij uit. Dan weet je er is daar iets met de weg aan de hand. Dus ik deed zonder dat ik iets kon zien hem na. Ik mistte een Echidna (mierenegel) die de weg overstak. Achter me reed niemand dus hij ging het halen. Maar het tegemoet komend verkeer kon dat beest onmogelijk op tijd zien en ze reden te hard. Later zouden we erachter komen dat hij het niet gered heeft. Eenmaal aangekomen bij de B&B Earls Peak werden we werden verwelkomt door een aardige dame die ons naar de studio bracht. We hebben een mooie kamer en een terras met een mooi uitzicht. Jammer dat het voor één nachtje is. We hebben dat iedere keer. Dan denk je van we gaan elders van de natuur genieten. Bij de accommodaties waar je lang blijft valt het vaak een beetje tegen. Bij de accommodaties waar je 1 nacht blijft is het iedere keer geweldig. Er zat zelfs ontbijt bij. Ze vertelde over de omgeving. Het was erg goed. 

Steven checkt het uitzicht bij de B&B

Toen we de filmpjes en de foto’s op de laptop hadden gezet wilde ik mijn adapter aansluiten. Maar waar ligt dat ding nu? Ik had alles gecontroleerd maar kon hem niet vinden. Uiteindelijk hebben we de Mussel Boys gebeld. Of ze zo’n adapter gezien hebben. “Ja, zegt die.” We zijn nota bene drie keer er voorbijgereden. Zo vervelend dat hij niet even gebeld heeft. Al had hij even een mailtje gestuurd. Dan hadden we nu niet zonder gezeten. Natuurlijk is het onze fout dat we zo snel het huisje verlaten zijn maar dit is wel balen. Hij wilde het gelukkig wel opsturen naar onze volgende accommodatie. Dus dat was even zwaar klote. Laptop uit en alles op de iPad. Er zit hier natuurlijk niets in de buurt waar we dit even kunnen regelen. Helaas. Hopelijk komt het een beetje snel aan, als het aankomt. We vielen daarna in een diepe heerlijke slaap.

18-01-2019 – Port Arthur

Geschreven door Steven

We hadden wel lekker geslapen. Vandaag gaan we naar een plek nabij Port Arthur. We gaan daar een boottocht doen. We moesten ons flink haasten om op tijd het huisje te verlaten. Het is wel vervelend dat je telkens om 10:00 eruit moet zijn. Als je elke dag vekast heb je een bepaalde discipline. Maar toch kost het elke keer veel tijd. Je gaat douchen, ontbijten en alle opladers weer terug doen. Dat zijn er een hoop. Soms laad ik USB-accu op. We hebben in principe 3 camera’s bij ons waar soms de accu’s van leeg gaan. Je hebt dan ook laptop, een iPad en de telefoons. Het is veel werk. Je moet je vuile was inpakken en zorgen dat de koffers nog dicht gaan. Dan moet je zorgen dat alles in de achterbak kan met een dichte cover. Een heel gedoe. 

Toen we op tijd weg gingen naar Port Arthur waren we eigenlijk wel blij dat we de bosbranden achter ons lieten. Je zou met gemak 3 dagen kunnen besteden aan Mt. Field. Maar we zijn blij dat we dat niet ingepland hadden. Dat was echt een bittere pil geweest. Je hebt niet veel anders te doen in die plek. Ik vind dit deel van Australië en Tasmanië in het bijzonder niet echt mooi. Er zitten veel dorre stukken tussen. Eenmaal op de rijksweg in de buurt van Hobart wordt de natuur wel wat groener. Toen we in Hobart waren gingen we van de rijksweg af. We konden nog niet in het huisje dus hadden we wat tijd over. We reden langs een buurt met Royal Botanic Gardens Hobart. Aangezien de tuinen in Sydney zo mooi waren had ik wel zin om even te kijken. Het was een uur of 12 en het was echt heel heet. Rianne voelde zich niet zo top en was bang dat ze helemaal ging verbranden. We hebben besloten om toch verder te rijden.

Tussenstop bij zandbanken waar we even op gelopen hebben

Wat opvalt is dat de gratis navigatie die we gebruiken van Maps.Me echt slecht is. Hij stuurt ons over wegen waar we niet overheen willen rijden zoals onverharde wegen. Daarnaast vertelt hij de laatste 300 meter dat we 4 banen op de rijksweg moeten oversteken. In dit geval zegt die ‘houdt links aan’ terwijl het rechts moet zijn. En zo mis je de oprit naar de Tasman Bridge. Deze brug is echt heel hoog. Maar goed dan moet je dus gaan draaien op de snelweg. Echt vreselijk. Gelukkig heb je niet al te ver een plek om af te slaan. Maar het blijft vervelend. De rit op de brug zelf was wel grappig. Ik vond het tof. Eenmaal aan de overkant mag je een stukje verder weer 100 km/h. Je ziet de dode dieren overal liggen. Dat vinden wij echt zo vreselijk. Ja, je mag 100 rijden maar doe gewoon lekker rustig als je niet de hele weg kan zien. Het is zo’n zinloos verlies van leven. Het doet een beetje pijn om al die kapot gereden dieren te zien liggen. Misschien dat de lokale overheid die beesten ook zo lang laat liggen om mensen te wijzen op de gevaren van te hard of vooral je aan de snelheid houden waar dat niet verantwoord is. 

We kwamen aan bij het huisje in de buurt van Port Arthur. Wat een uitzicht. We kijken uit op een baai en er is een mooie tuin. Het lijkt wel of hier geen waterleiding zit. Want alle huisjes zijn voorzien van een grote waterton. En met groot denk ik echt duizenden liters. De accommodatie waar we nu zitten heet the Mussel Boys. Het wordt gerund door 2 mannen die naast de huisjes ook een plaatselijk restaurant hebben. We mochten het huisje in en deden gelijk een wasje. Fijn om eindelijk even een wasmachine te hebben waar je de noodzakelijke dingen kan wassen. We spanden een waslijn van het bad tot aan de deur en hingen daar wat dingen op. Verder hingen we in de kledingkast wat T-shirts op. Het is even behelpen maar dan heb je ook wel wat. We reden daarna naar de Unzoo.

De Unzoo is een dierentuin die geen dierentuin genoemd wil worden. Volgens hen zijn er een aantal wezenlijke verschillen waaronder dat ze geen dieren uit het wild halen en geen wetenschappers in dienst hebben. De dieren leven niet in kooitjes (wat niet waar is) dus mensen kunnen er gewoon tussen lopen. We kwamen binnen en er begon gelijk een “presentatie” van de Tasmaanse duivels. We wilden deze dieren eigenlijk in het wild zien, maar dat is gewoon niet mogelijk als je zo weinig tijd hebt. Dus dan maar naar The Next Best Thing. Die beesten zijn dus gewoon helemaal blind overdag. Ze zijn zo gewend aan het leven en jagen ’s nachts dat ze overdag gewoon niets zien. Echt leuke dieren. De presentatie bestond uit het voedden van de dieren. 

Roze Kaketoe

Daarna was er een vogel presentatie. Dat vond ik heel leuk. De vogels zijn gegeven aan de dierentuin. Dus ze zijn niet uit het wild gehaald en gedomesticeerd. Het is een mooi streven. Ze hebben de dieren goed onder controle. Vooral de laatste vogel een kaketoe was echt heel ongeduldig. Dat beest zat de hele tijd tegen zijn kooitje aan de schoppen. Ik heb me kapot gelachen. Hij kon dansen en muntjes uit mensen hun hand nemen en weer terugbrengen. Ik vond dat echt een leuk gedeelte van de dierentuin. Zeker het verhaal eromheen.  Zo mocht je de vogels ook voeren. Rianne kreeg een paar zonnebloempitten in haar hand en de grote parkieten kwamen dat dan uit haar hand eten. Daarna gingen we naar de kangoeroes. Dat was wel echt minder voor Rianne. Het was onnatuurlijk.

De reden dat het onnatuurlijk was, had te maken met dat kinderen ernaast gingen liggen en ze aaiden. Ze zaten zelfs aan de baby kangaroe die nog in de buik van de moeder zat. Die beesten horen dat niet te accepteren. Het is gewoon heel onnatuurlijk. Ik begrijp best dat dit een manier van leven of in ieder geval kijk op het leven kan zijn. Maar het is gewoon niet normaal. Ik denk dat de respectloosheid van mensen mij nog wel het meeste stoorde. Stel je voor dat een kleine kangoeroe je probeert te drinken en kinderen verstoren dat. Dan heb je gewoon geen respect voor dieren of de natuur. Ik stoorde mij daar heel erg aan en Rianne werd er boos van. Daarna hebben we nog kort een presentatie bijgewoond van een Albino Possum. Dat vond ik niet boeiend en Rianne pakte haar moment (liep weg) om de kangoeroes even op de foto te zetten. De vacht van de kangaroes zien er ook slecht uit. Je ziet gewoon dat deze niet wild zijn.

Pademelon met een kleintje in haar buik

We reden hierna door naar the Mussel Boys en hebben daar een heerlijke steenoven pizza gegeten. Het was weer een hele leuke dag vandaag. Nu lekker slapen in het grote bed. 

17-01-2019 – Mount Field NP dag 2

Geschreven door Steven

Het moment dat je een beetje natuurmoe bent is aangebroken. We hebben het wel een beetje gezien. Dat heeft ook deels te maken met dat het hier niet heel bijzonder is. Tenminste dat is te zeggen over wat we onderweg gezien hebben. Ik denk dat als we vandaag verder het park in rijden, dit gevoel weer wegebt. We ontbeten lekker met geroosterd brood. Ik maakte de broodjes klaar en het fruit. Hup de tas in en gaan. Het visitor centre zit heel dichtbij ons huisje. Dus navigatie was niet nodig. Het was opvallend druk bij het visitor centre. Enfin we liepen naar binnen en vroegen een kaartje. De dame in kwestie vroeg hoe we wilden lopen. Lopen? We willen met de auto verder het park in om andere zaken te zien. Lopen doen we morgen wel.

Dat was een probleem want het park was afgesloten voor auto’s vanwege de brand. De brand zat veel verderop maar op last van de Australische Rural Fire Fighters was het makkelijker om het park te sluiten. Mocht het vuur dan snel om zich heen slaan, zitten er geen of weinig toeristen in de weg. Hoewel we dat begrijpen is het wel echt heel erg balen. Want juist verderop in het park is zoveel te zien. Dingen die wij echt graag wilden zien. Maar het is niet anders dus we gaan maar de hele route lopen. We komen als het goed is onderweg langs 4 watervallen. De eerste en grootste waterval is Russel Falls. Deze ligt op ongeveer 15 minuten lopen van de entree. Het park lijk echt een koel klimaat regenwoud te zijn. Dat wil dus zeggen veen varens. Het doet met denken aan Tarra Bulga. Hoewel het pad hier veel beter onderhouden is. 

Russel Falls

Er liggen veel omgevallen bomen. Dat is ook echt iets Australisch. Als bomen doodgaan of omvallen laten ze het gewoon liggen dat het verteerd ofzo. Zo staan er bomen die al 50 jaar dood zijn nog steeds te wachten om weg te rotten. Pas als het een gevaar is of als het in de weg ligt worden ze (gedeeltelijk) weggehaald. We liepen omhoog en kwamen de waterval tegen. Wat een prachtig ding van wel 50 meter hoog. We waren even alleen. Dus Rianne besloot om haar nieuwe ND-filter op de camera te doen en foto’s met een lange sluitertijd te maken. Die zijn echt heel mooi geworden. Erg leuk om te doen en zien. Alleen heel vervelend van die vliegen. Die beesten zijn terroristen. Zo erg dat je er helemaal gek van wordt. 

We lazen later dat dit de Australian Bush Fly betrof (hiervoor dachten we iedere keer dat het bijen waren i.v.m. een angel die ze hebben maar dan aan de voorkant). Een ware terrorist. Die beesten waren voor de kolonisatie van Australië er bijna niet. Maar toen de Britten koeien en schapen meenamen brak de pleuris uit. De stront van dieren uit Australië is erg droog en zodoende niet erg geschikt voor die vliegen. Maar koeienvlaaien zijn heel nat en uitermate geschikt voor de vlieg. Ze groeien in 5 uur tijd uit tot een vlieg. Er komen er 2500 ongeveer per vlaai. Een koe laat er 10 achter. Dus een gemiddelde boer creëert miljoenen vliegen. Omdat de vlaai te weinig eiwitten bevat doet dat beest alles om eiwitten te bemachtigen. Dat wil zeggen ze willen je traanvocht je speeksel en eventueel je bloed.

Ze vliegen in grote aantallen om je heen. Je probeert ze weg te wuiven maar dat gaat niet. Als je met je hand voor je gezicht wuift wordt dit ook wel de Australische groet genoemd. Het zijn echt tyfusinsecten. De eerste kolonisten hebben erover geschreven en werden er ook helemaal gek van. Ze doen ook heel erg hun best om onder je zonnebril te komen en je mond of neus in te gaan. Echt vreselijk. Ik begrijp waarom je overal knock-out spray kan kopen. Je wilt ze het liefst allemaal doodmaken. Rianne wordt er echt panisch van. Ik word er agressief van. Het is in geen opzicht te vergelijken met iets wat we in Nederland hebben. Het enige voordeel is dat ze niet op eten afkomen. 

200 treden omhoog gelopen om dit stomme riviertje te zien..
Toch maar even verder gelopen. Om de hoek zaten de Horse Shoe Falls.

Enfin we waren klaar bij de waterval toen we omhoog wilden lopen. Alleen die terroristen wilden dat niet. Ze bleven maar om je heen vliegen. Dat was echt super vervelend. Rianne was er zo klaar mee dat ze bereid was om terug naar de auto te lopen. Daarnaast was het erg warm en 200 hoge treden is behoorlijk intensief. We besloten verder te gaan en gingen omhoog. Maar toen we eenmaal boven waren was het voor ons niet meteen duidelijk waar de volgende watervallen waren. We hadden echt zoiets van is dit alles? Hebben we hier helemaal voor naar boven gelopen om een riviertje te zien?! We besloten weer naar beneden te gaan, maar daarna draaiden we toch weer om. Het kan toch niet alleen dat riviertje zijn? Een meter of 100 verderop waren de Horse Shoe Falls te zien. Deze zijn kleiner maar niet minder mooi. Ik vond het erg mooi. 

Yellow-trailed Black cockatoo hoog in de boom
Jaja we hebben de Echidna gespot! Ook wel mierenegel genoemd.

De overige route hebben we niet gedaan. Het zou in totaal 6 kilometer zijn maar wij hadden het wel gezien. Verder het regenwoud in was ook geen optie door alle insecten en er kwamen donkere luchten aan. We hebben 4,32 kilometer gelopen. Dat is best netjes met al die hoogte verschillen. Op onze weg terug zag Rianne eerst in een boom 2 grote vogels. Het betrof de Yellow-trailed Black cockatoo. We probeerden foto’s te maken maar dat viel niet mee. Ze waren ook zo weer weg. Echt tof om wilde dieren te zien. We liepen verder naar de uitgang toen we opeens een mierenegel (Short-beaked Echidna) zagen. Rianne had hem gespot. Echt zo tof. We hadden niet verwacht die te zien. We gingen van het pad af om foto’s van hem te maken. We stonden tussen de felgekleurde spinnen en allemaal griezelige insecten. Later zagen we bij de uitgang dat je op moet passen voor slangen hier. Oh ja even vergeten in onze enthousiasme voor de mierenegel, haha. Bij de uitgang troffen we ook nog helikopters aan van de brandweer. We reden moe maar voldaan terug naar het huisje. Echt een toffe dag.

16-01-2019 – Mount Field NP dag 1

Geschreven door Steven

Wat een klotenacht. Het was eerst heel warm en toen heel koud. Ik werd wakker gebeld door een of andere klote Belg om 3 uur ’s nachts (17:00 Nederlandse tijd). 100 keer wakker geworden. Kortom een goed begin van de dag. We gaan vandaag naar Mount Field NP. Daar heb ik best zin in. Hoewel het wel lang rijden worden. Ongeveer 350 kilometer met bergpassen inbegrepen. Dus vroeg weg. Ik had de koffers redelijk snel gereed voor transport. Na het ontbijt nog even terug naar het huisje. Ik stootte keihard mijn hoofd waardoor er een jaap op mijn hoofd zit. Waarom is alles zo laag hier!? Enfin op weg naar Deloraine. Dat is een klein plaatsje op de route met een Woolworths (dat is een grote supermarkt vergelijkbaar met de AH). We hebben flink ingeslagen om vervolgens 280 kilometer verder te rijden. Straks zit er namelijk geen supermarkt in de buurt.

Bosbrand rechts in de verte

Wat is Tasmanië op het moment kaal en dor. Het gras is overal goudblond ;-). Ik vond de route niet heel bijzonder. Het was wel mooi met de bergen enzovoorts. Maar het is gewoon niet zo heel bijzonder. We zijn een aantal keer gestopt onderweg. Bij een rij bergen zag Rianne rook. Dus ze zocht het even op. Wat blijkt.. er zijn bosbranden bij het park waar wij in de buurt verblijven. Dat is niet best. Toen we nog een kilometer of 50 moesten rijden werd het ook hier donker van de rook. Een soort oranje gloed kwam over ons heen door de zon die door de rook scheen. We zagen veel helikopters overvliegen met een waterreservoir eronder. We reden voorbij het base camp waar de brandweermannen verbleven. Je wordt er niet heel vrolijk van als dat in de buurt is.

We checkten in bij het huisje in het Mount Field park en gingen even een wasje doen en eten maken. We hebben stokbrood met kip en komkommer gegeten. Dat was weer even lekker, zelf koken. Ik was blij dat vandaag weer voorbij was. Voor mijn gevoel hebben we 6 uur gereden ofzo. Ik was gewoon leeg. Morgen trekken we Mt. Field in als de branden dat toelaten. We willen absoluut geen gevaar lopen. Slaap lekker!

15-01-2019 – Cradle Mountain NP dag 2

Geschreven door Rianne

Vandaag zijn we helaas al op de helft van de rondreis. Wat gaat het toch snel. Om 04.15 uur (ja je leest het goed) ging de wekker. Waarom zo achterlijk vroeg? We willen de zonsopkomst zien bij Dove Lake, waarbij we uitzicht hebben op Cradle Mountain en het boothuis. Het rare was alleen toen we wakker waren, dat we knisperend geluid hoorden. Wat bleek? De (gas)openhaard stond opeens aan, terwijl we dat ding met geen vinger aangeraakt hadden. Beetje eng dit! Het was pikke donker toen we vertrokken. Voor 08.00 uur mag je zelfstandig met je auto het park in, hierna niet meer vanwege de smalle weggetjes. Al snel sprong er een walibi voor de auto. De dieren komen op het licht van de auto af, erg gevaarlijk. Onderweg kneep ik hem wel even, maar we zagen EINDELIJK de ‘wombat’. Het schattige dier wat ik heel graag wilde zien. Gisteren overdag zagen we hem maar niet. Uiteraard geen foto van gemaakt, het was te donker. Hierna kwamen we meerdere keren de suikereekhoorn, ook wel ‘sugar glider’ genoemd, tegen midden op de weg. Het lastige was alleen dat dit diertje niet zo snel van de weg af wilde gaan. Uiteindelijk ging die dan met een schattig wandelend kontje en pluimstaart aan de kant. 

Iets van 05.30 uur kwamen we aan bij Dove Lake. Toen we uit de auto kwamen, werden we ha(r)telijk ontvangen door een enorme hoeveelheid muggen. Dat ‘deet’ stinkspul werkt dus ook voor geen meter. We moesten opschieten, want om 06.00 uur komt de zon op. We moesten nog wel een stukje lopen, voordat we bij het boothuis kwamen. We waren gelukkig de enige op deze plek. Aan de overkant van het water op een grote rots (Glacier Rock) zaten andere mensen.

Bewolkt toen we kwamen
De zon komt op

Snel de spullen klaargezet. Het werd alleen zwaar irritant met al die muggen. Overdag heb je dus last van al rottige bijen die om je heen cirkelen en in de ochtend en avond doen de muggen dat. We genoten enorm van het mooie uitzicht! Eerst hing er bewolking over de Cradle Mountain, wat later gelukkig weer wegtrok. Het was erg mooi om te zien en ook fijn dat we met z’n tweeën van dit mooie uitzicht kunnen genieten zonder al die Chinezen. De Cradle Mountain zag je terug in het spiegelende water. Echt zo mooi (ja ik zeg het weer) om te zien!

Een paar seconden kunnen genieten samen met de gezellige muggen

Na de zonsopkomst zijn we maar weer richting de auto gegaan. We werden helemaal gestoord van al die muggen. Het was geen doen meer. Op de terugweg zagen we nog een aantal mooie plekken waar we even gestopt waren met de auto. Op één zo’n plek stapte ik uit. Wat ik achteraf gezien beter niet had kunnen doen. Er kwam een grote laagvliegende vogel enorm snel op mij af met mij als doelwit. Shit dit lijkt wel een roofvogel. Voor mijn neus stopte die. Ik zat al een beetje panisch naar Steven, die in de auto zat, te doen. Hij dacht dat ik weer eens last had van een insect ofzo. Die vogel (genaamd Black Currawong) bleek dus die ‘terrorist vogel’ van dit park te zijn, die vaker mensen aanvalt. Het is geen roofvogel, maar ook zeker geen lieverdje. Steven die kreeg het door en wilde zijn autodeur opendoen. Toen vloog die vogel dus naar de deur om aan te vallen. Ze zaten elkaar uit te dagen. Toen kon ik onopgemerkt snel aan de andere kant in de auto stappen. Wat een k*t Tasmaanse vogel! 

Het was 07.15 uur en we konden meteen aanschuiven bij het ontbijt. Ze hadden de openhaard aangestoken, dus daar gingen we gezellig zitten. Eenmaal terug in het huisje, gingen we kijken hoe erg we gestoken zijn door al die muggen. Ik ben dus 18x in mijn kont gestoken en 4x op een andere plek! Je moet wat voor die zonsopkomst over hebben. Hierna zijn we weer terug in bed gegaan om nog verder te slapen. Toen we wakker werden hoorden we gerommel buiten. Het begon te onweren en te regenen. Voordat we gingen slapen hadden we het er nog even over om misschien een helikoptervlucht te maken over het park. Wat ben ik blij dat we dit niet geboekt hebben! Had er niet aan moeten denken. We hebben maar besloten om het vandaag verder rustig aan te doen en ook een beetje binnen te blijven. Buiten word je geterroriseerd door de bijen en de zwarte vogels en zo geven we onze (verbrande huid) ook even de rust. 

De zwarte Tasmaanse Terrorist

In de avond hebben we weer bij de bistro gegeten. Daarbinnen waren helaas weer bijen. Ik had het al benauwd en van die beesten gaat m’n hart nog sneller kloppen. Een medewerker haalde een paar bijen weg, maar die kwamen weer snel terug. Tijdens het eten ben ik ook weer een paar keer gestoken door een mug. Precies in mijn knieholte, zo irritant. Snel wegwezen hier. Toen we weer in het huisje waren, keek ik naar buiten. Wat liep daar tot mijn grote verbazing? Een wombat!! Zo enorm blij was ik. Nu kon ik dan toch eindelijk een foto maken van dit schattige dier wat ik heel graag wilde zien in Tasmanië. Steef en ik hadden niet meer verwacht de wombat zo tegen te komen dan behalve in het donker of helaas dood langs de kant van de weg. Wat een leuk dier is het toch! Een hamster in het groot. Wat een geluk hebben we toch in dit park met het zien van dieren (op de bijen en muggen na uiteraard). Nu alleen nog de Tasmaanse Duivel en de Echidna (mierenegel) spotten. 

Heeee kijk eens wie we daar hebben!!
De Wombat!!

14-01-2019 – Cradle Mountain NP dag 1

Geschreven door Steven

We wilden een beetje vroeg weg want het zal best nog wel even rijden zijn naar Cradle Mountain National Park. Hoewel de navigatie 55 minuten zegt leert de ervaring dat door al de scherpe bochten je gewoon niet hard rijdt. Rianne zou eerst even douche en ik wilde nog even verder slapen. Toen Rianne haar spullen wilde pakken zag ze overal mieren zitten. Echt overal. Gadverdamme! Er lag wel een briefje dat op het terrein mieren waren. Maar ik had ze niet binnen gezien. Heel de koffer zat er vol mee. Dus wij moesten werkelijk alle shirts en inhoud van de koffer eruit halen en een hele lading mieren doodmaken. Ik kan mijn ochtend wel beter beginnen. Daarna heb ik mijn koffer gedaan en de tassen. In mijn koffer zaten minder mieren. Dat maakt het niet minder vreselijk. Gore insecten. Maar wel een wijze les voor de toekomst: doe alles dicht als je het niet nodig hebt! In ongeveer 2 uur was alles weer mier-vrij. Het was inmiddels al laat en we moesten eigenlijk uit het appartement. Ik heb nog wel even snel een broodje met humus en avocado gegeten. Heerlijk. 

Hup op weg naar Cradle Mountain. We hebben er super veel zin in. Zeker omdat je hem al kan zien liggen vanaf onze B&B. Onderweg nog wat foto’s gemaakt. Onze navigatie kiest altijd de meest snelle route op papier. In de praktijk de meest langzame route. Maar ook de meest mooie route. Dus met een onverharde weg zegt de navigatie rechtsaf. Natuurlijk, ik rij ook een struik in als de navigatie dat zegt. In het begin ging het nog wel. Er lag gravel en daar kan je best overheen rijden. Bovendien is het een AWD dus geen probleem. Maar het ging steeds steiler naar beneden en het pad werd steeds slechter. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik wilde ook niet terug want draaien zou niet makkelijk zijn en omlaag is minder eng dan omhoog. Hoewel het doodeng was, was het ook erg mooi. Je bent daar alleen en je kunt genieten van uitzichten die je wellicht elders niet op deze manier kan bewonderen. Dus het is ook heel leuk. 

Onze rimboe hut voor de komende dagen

Na een hel van een rit kwamen we na een uur of 2,5 aan bij het visitor centre. We kochten daar een toegangsbewijs voor 1 auto en mochten door. We parkeerde de auto bij Pepper’s Cradle Mountain Lodge. Onze kamer was al gereed dus we konden inchecken om een uur of 1. We werden letterlijk belaagd als een jonge vrouw op Rotterdam-Zuid om 2 uur ’s nachts door de bijen. Ze zaten overal en waren zeker niet bang voor je. Op enig moment zaten er drie in de auto. Wij rennen naar binnen om er vervolgens achter te komen dat er een stuk of 5 a 10 in de woning zitten. Ik heb ze allemaal vermoord. Die in de auto vlogen zelf weg. De schoonmaak neemt zeker niet de moeite om die insecten weer uit de woning te krijgen. Maar dan komt nog de uitdaging om je spullen uit de auto te krijgen en weer in het huisje. Toen dat gelukt was heb ik nog twee bijen moeten doden. Het spijt me vreselijk maar ik wil ze niet in mijn slaap in het huisje hebben. Als je de deur open zou zetten vliegen er alleen maar meer naar binnen. 

Dove Lake met Cradle Mountain op de achtergrond

We gingen hierna weer terug naar het visitor centre om vervolgens de bus te pakken naar Dove Lake. We waren de enige in de bus. Die man vertelde dat de dode bomen in het park niet verbrand waren maar dat er een ziekte in de grond zit. Dat zorgt ervoor dat de bomen doodgaan. Vervolgens duurt het ongeveer 50 jaar voordat die bomen “verteerd” zijn. Daarna komen er pas nieuwe. Ze gaan dat niet bespoedigen want het is de natuur. Opzich voel ik daar wel wat voor maar aan de andere kant vind ik het geen mooi gezicht. Die man vertelde dat de oudste boom hier 1500 jaar oud is. Maar dat die bomen op zich ook rond de 3000 jaar oud kunnen worden. Best bijzonder. Dat zou ouder zijn dan de bomen die we in de VS hebben gezien. De route is inderdaad smal maar niet zo smal dat ik bang ben om er doorheen te rijden. We worden afgezet met nog wat tips over de omgeving en dat was het. 

Dove Lake is echt prachtig. De bergen het water, als een spiegel. Erg mooi. Maar ook hier weer heel veel bijen. Ze landen op je ze lopen gewoon over je schouder. Ik weet niet wat hun doel is, met zo om je heen te zwermen. Wat ik wel weet is dat het heel vervelend is. Je hebt geen rustig moment. Echt terroristen. Dus dan maar lopen. We liepen weg van de Chinezen richting The Boat Shed. Dat is een iconisch boothuis bij bij het water met alle bergen op de achtergrond. Hier worden heel wat prachtige foto’s geschoten. En vergeet niet te lachen op de foto’s, of zoals de Chinezen zeggen: “Semafon yong yong yong”. Die oproep wilde ik niet vergeten. 

We besloten weer terug te gaan omdat we geterroriseerd werden door bijen. Het was veel te heet. Rianne trok het niet meer. Dan moet je gewoon besluiten niet de hele 6 kilometer te gaan lopen. We konden snel in de bus en liepen daarna terug naar de auto. We hebben toen gegeten bij de bistro van het hotel. Dat was verder goed. We namen beide een hamburger. Dan ben je voor € 35 klaar inclusief drinken. Na de maaltijd besloten we nog even een ‘korte’ wandeling te maken naar een waterval. We hoopten een wombat te zien. Het traject startte bij het hoofdgebouw van het hotel. Al bij de start zagen we gelijk wilde dieren. Ik zag een pademelon. Dit is de kleinste kangoeroe. Hij zat lekker te kanen en ik kon hem van dichtbij filmen. Echt geweldig. Daarna liepen we door de dichtere begroeiing in.

Een vrouw kwam Rianne tegemoet. Er zou een vogelbekdier zwemmen. We hebben even zitten turen maar zagen hem niet. We besloten verder te lopen. Het landschap is echt bizar hier op deze looptocht. Geweldige natuur maar zeker uniek. Het leek wel een filmscene. Rianne zei: ”Het zou zo in Alice in Wonderland kunnen”. Heel erg mooi. Onderweg zagen we wel de vierkante poep van de wombat maar niet het beest zelf. Wel kwamen we het vogelbekdier tegen! Eigenlijk terwijl we het water aan het filmen waren. Zo tof om te zien. Ik wist niet dat die beesten nog bestonden. Moe maar voldaan liepen we terug naar het huisje. Geweldig die natuur en die beesten. Helaas geen wombat gezien maar voor de rest een zeer geslaagde dag. 

Vogelbekdier!!

13-01-2019 – Vliegen naar Tasmanië

Geschreven door Steven

Vandaag is echt zo’n transitiedag. We vliegen van Melbourne naar Devonport, Tasmanië. De voorbereidingen die daarvoor nodig zijn, kosten veel tijd. We moeten de koffers dicht krijgen, wat zeker niet meevalt. We moeten zoveel mogelijk proppen in een tas en die zonder vragen in het vliegtuig krijgen. Ik had gisteren al mijn koffer grotendeels klaar gemaakt. Maar Rianne was gisteren bezig met een filmpje en had geen tijd voor haar koffer. We hadden ontbijt op de kamer besteld om 8 uur. Eigenlijk is het ontbijt pas vanaf 9 uur maar dat vertrouwde ik niet. We moeten nog 3 uur rijden naar Melbourne. Het is een grote stad met waarschijnlijk de bijbehorende file-problematiek. Liever te vroeg dan te laat. 

Na wat lichte druk zijn de koffers dicht en liggen ze in de auto. Ik moest ze een heel stuk over het gras tillen. 2 x ongeveer 30 kilo. Het was tijd om te ontbijten. Wat best bijzonder is, is dat je lekker op een balkon uitkijkt op een prachtige baai. Je wordt vergezeld door walibi’s. Er liepen allemaal vogels. Heel bizar. Maar ook het uitzicht op de kolkende zee. Hoewel we mooier hebben gezien raak ik er in ieder geval (nog) niet aan gewend. Om iets over 9’en checkte wij uit en gingen op weg naar Westfield Knox. Dat is een winkelcentrum. We zijn erachter gekomen dat als je foto’s wil maken met een lange sluitertijd, je een ND-filter nodig hebt. Dit is een soort zonnebril voor je camera. Je krijgt dan een soort waas als effect. Heel bijzonder. Dat hebben we (Rianne) nodig in Tasmanië. We hadden de winkel snel gevonden; Ted’s Camera’s. Vooraf hadden we even gebeld om een filter apart te leggen.

Toen we toch in het winkelcentrum liepen en we op tijd waren zijn we gelijk even langs een tassen-zaak gelopen. Dat was Rianne sowieso al van plan. We komen gewoon ruimte tekort. We vonden een tas die in de aanbieding was. Het is hier zomervakantie dus de kids hebben tassen nodig. Het is een grote zwarte tas. Handig want de cameratas van Rianne past er in z’n geheel in plus wat extra spullen. Hierna reden we door naar de luchthaven. Over een tolweg. De navigatie is hier zo slecht. We reden van een heuvel af met zicht op het centrum van Melbourne met al haar hoge gebouwen. Dus dat valt op. Vervolgens zit je op de meest linkerbaan. Slechts 500 meter van tevoren wordt er omgeroepen houdt links aan. Bedankt he dat gaat lekker lukken met al dat verkeer. Dus van de tolweg af en draaien, de tolweg weer op en weer af en weer draaien. Vervolgens opnieuw de tolweg op en meest rechts aanhouden. Het is dan fijn om te zien dat je niet de enige bent die verkeerd rijdt. 

We zijn geen tankstation tegengekomen. Wat echt super vervelend is want een liter benzine kost bij het verhuurbedrijf $3,50 terwijl het aan de pomp in Victoria misschien $ 1,50 kost. Dat is een flink prijsverschil. Maar we zullen het er mee moeten doen. De man die de auto innam vertelde me dat er in de buurt een pomp zit. Of ik daar nog even naartoe wil rijden? Zeker! Dus de auto is alsnog vol ingeleverd. Onderweg naar de inleverplek komen we langs het hotel waar we de 29egaan verblijven. Wat een gribus! We namen afscheid van de auto. We kregen de auto met een kilometerstand van 18.630 en we leverden hem in met een stand van 20.436 kilometer. Dus we hebben 1.806 kilometer gereden. Dat is ongeveer de afstand van Heiloo (Noord-Holland) naar Madrid (1.814). Dat is best een flink stuk en we zijn iets over 1/3. We liepen de ingewikkelde weg van de car rentals naar de terminal.

Dus dan sta je vroeg op de luchthaven. Maar alles is geautomatiseerd. Je moet zelf je bagagelabels uitprinten en op je koffer doen. In de eerste instantie deed ik mijn koffer op de band. Maar die was 30,4 kilo. Dus dat mag niet. Ik weet vrij zeker dat als ik het bij een balie had kunnen inleveren dat het geen probleem was geweest. Dus dat wordt die koffer opengooien en wat eruit halen. Toen dat eenmaal gedaan was ging ik weer naar de band. De koffer woog nu 29,9 kilo. Dus de eerste koffer ging prima. Komt Rianne aangelopen. “Je handbagage mag ook maar 7 kilo wegen”. Sta ik daar met haar koffer waar de machine om vroeg. Ik vroeg even aan een bedrijfspoedel of ik de tweede koffer later kon inchecken. Dat was geen probleem. Hij tikte op Cancel en het was gepiept. Dus wij weer terug en spullen verdelen. Uiteindelijk woog mijn tas 8,9 kilo en die van Rianne 7,4. Achteraf toch handig dat we die extra tas hadden gekocht. 

Dus ik liep naar de koffermachine om Rianne haar koffer in te checken. Maar dat ging niet. “Go to a friendly service assistent” was het advies. Ik zoeken naar iemand die vriendelijk was. Niet gevonden. Dan maar naar een chagrijn. Ik vroeg aan haar waarom die stomme machine niet werkte. Gaf ze aan dat het lag aan het feit dat drugs traffickers regelmatig deze tactiek toepassen. Van eerst 1 koffer en daarna de volgende. Ik dacht dat ze altijd alleen reisden. Hebben wij weer. Heel spannend of we straks uit een rij worden gehaald voor een visitatie. We werden wel uitgekozen voor een bomtest. Of we onlangs nog in aanraking gekomen waren met bommen. De test was negatief. Ik zei: ”We’re having a blast. We’re blown away by this test.” Daarna even een hamburger gegeten bij Burger King (Hungry Jack’s zoals het hier heet). 

Het vliegtuig waar wij in reisden was echt vreselijk. Echt zo’n propellerding. Het zal natuurlijk gewoon veilig zijn maar je kijkt er in deze tijd wel van op. Het zat wel lekker ruim. Ik had meer dan genoeg ruimte aan boord. We zaten wel op de slechtste plekken in verband met de herrie van de propeller. Na een kleine 55 minuten kwamen we aan op Tasmanië. Die luchthaven was nog kleiner naar Texel.

Aankomst Devonport. We hebben het overleefd!

Je liep, toen we naar binnen liepen, tegen de car rentals aan en de bagage claim. Normaal zijn Australiërs echt super aardig en behulpzaam. Fijne mensen. Maar deze vrouw was zwaar chagrijnig. We kregen weer een RAV4 mee. Maar deze rijdt wel een stukje beter. Ik denk dat de andere RAV4 een andere motor had. Dit rijdt als een zonnetje. Op naar de Station House (oud politiekantoor). We wilden nog even ergens eten of boodschappen halen. Maar dat is niet gelukt alles is dicht op zondag. Uiteindelijk hebben we een slechte supermarkt gevonden. Vreselijk. We hebben ’s avonds noodles gegeten. 

12-01-2019 – Phillip Island

Geschreven door Steven

We stonden wat moe op. Ik was echt moe en had slecht geslapen. Het bed was prima maar ik kon de slaap niet vatten. Het was heet en ik hoorde te veel herrie. Rianne had wel aardig geslapen. We kunnen op zich vandaag relaxt aan doen. We hoeven pas laat aanwezig te zijn op Phillip Island. We gaan in principe voor de Pinguïn Parade. Als het donker is lopen kleine pinguïns naar de duinen om daar te slapen. Het is een beetje gecommercialiseerd met een stadion en een ondergrondse gang. Je mag niet filmen of foto’s maken. Dat vinden wij echt jammer. Mary en Peter gaven aan dat het niet zo tof gaat worden vanwege de vele Chinezen die compleet respectloos omgaan met de dieren. Ze maken ‘stiekem’ foto’s met flitser waardoor ze gedesoriënteerd worden. Ze raadt ons aan om een privé tour te nemen. Tja, als we wisten dat dat had gekund dan hadden we dat gedaan natuurlijk. Maar daar is het nu te laat voor. 

In de ochtend nog even genieten van het uitzicht

Het ontbijt begon laat maar de kwaliteit maakte veel goed. Mary kookte voor mij roerei met spinazie en champignon’s. Dat was, zoals mijn vader zou zeggen, alsof een engeltje op je tong piest. Heerlijk dus, blijkbaar. Rianne had versgebakken croissants. Ze vond de kersen yoghurt het lekkerst. Dat ik dat uit haar mond mocht horen. Mijn leven is compleet.

Lekkerrrr
Uitzicht bij het ontbijt

Na het ontbijt vroegen wij of we nog even door mochten werken in de serre. En dat mocht. We hebben nog even zitten typen waarna het internet uit viel en ik zoiets had van wat doe ik hier nog. Ik heb Rianne overtuigt om de kuierlatten te nemen. De route was niet zo mooi als wat we eerder tegenkwamen. We waren in principe in een uur of 2 op Phillip Island. Hier stond ook gelijk de eerste file waar we instonden in Australië. 

We besloten naar het Koala Conservertory park te rijden om toch die beesten een keer te zien. Aangezien we ze eerder misgelopen zijn. Ik vond het heel leuk. Wat een schattige beestjes. Ze blijken ook vreselijk promiscue te zijn waardoor chlamydia uitbreekt. Wat een vuillakken. Ze slapen 20 uur per dag en toch pissen ze naast de pot. In het park lopen ook allemaal walibi’s rond. Echt grappige beesten. Ik heb erg genoten van het park en de dieren. Rianne deed hét wat minder. Ze vindt het leuker als de dieren in de vrije natuur lopen dan dat ze een tag in hun oor hebben. Maar de kans dat je ziet in de natuur is gewoon klein. Je ze ziet ze al bijna niet in het park laat staan in het wild. 

Zo schattig!
Wat kijk je nou?!
Ze kunnen je flink openhalen als ze willen

Hierna zijn we naar het hotel gereden. Van buiten ziet het er echt uit als een shithole. Ik dacht: ”dat wordt helemaal kut”. Maar toen we binnen waren was de kamer beter dan 80 % van de hotels/B&B’s waar we tot nu toe in hebben gezeten. Prachtig uitzicht, een heerlijk bed en de laatste kamer van het hotel. Dus weinig mensen die langslopen. Echt een top kamer. Ze hebben zelfs airco. Dat zie je ook niet op veel plaatsen. Terwijl we aan het praten waren kwamen we erachter dat het wellicht beter is om niet naar de parade te gaan. Het is even rijden, je moest er anderhalf uur zijn voordat de pinguïns moeten komen om vervolgens niets te zien door die toeristen. We moesten de koffers nog goed indelen en we waren ook gewoon moe. Zodoende blijven we op de kamer. Vandaag was toch een hele leuk dag.  

Zonsondergang vanaf het balkon met walibi’s

11-01-2019 – Wilson Promotory NP

Geschreven door Steven

De B&B waar we vandaag heen gaan lijkt ons de zo’n beetje de beste van de vakantie. Rianne en ik kijken allebei uit om in de Church House te gaan slapen. Van wat we gezien hebben op de foto heb je echt een prachtig uitzicht. Daarnaast heeft de B&B ons ook gewoon een leuk mailtje gestuurd. Mochten we wat nodig hebben dan moesten we het maar laten weten. Het was de bedoeling om eerst uit Yarram te vertrekken en naar Wilson Promotory NP te gaan. Dat is een groen schiereiland met een rode rivier. Er staan kenmerkende rotspartijen in het water. De route is relatief kort. We verwachten ongeveer 90 kilometer te moeten rijden wat ongeveer 1,5 uur in beslag gaat nemen. Goed te doen dus. 

In de morgen hebben we nog gezocht naar de dode vogel maar die lag waarschijnlijk ergens in een struik. De partner van het beest zat nog wel in de boom. Weer een gebroken gezin dacht ik. Er lag brood in de koelkast en dat hebben we gegeten. Ik had alvast het brood gesmeerd voor die middag en op het aanrecht gelegd in een plastic zakje. Op een gegeven moment hoor ik Rianne gillen. Wat is er? Er liepen allemaal mieren op het brood. Het brood van Rianne was safe maar die van mij was overgenomen. Dat hebben we dus maar even weggegooid en nieuw gemaakt. Gelukkig lag er een hoop. De haring in de koelkast heb ik aan de volgende gegeven. Misschien dat die wel de tijd heeft om het op te eten. 

Goed, we gingen onderweg naar Wilson Promotory NP. In het bijzonder de Tidal river. Ik heb het vaker gezegd en hoewel je verwend raakt is toch elk landschap weer uniek. Zo ook hier. Het is zo mooi. Zo’n parelwit strand met prachtige azuurblauw water en geen mens te bekennen. Het is zoals je het in de brochure van een reisbureau zou kunnen zien. Een strand voor jou alleen. Het doet iets met je. Ik wil niet zeggen dat je er emotioneel van wordt maar het raakt je wel. De wereld kan zo mooi zijn. Als het niet verkloot wordt door massatoerisme of door handelen van de mens. Ik moet telkens denken aan wat de mensen zagen toen de Europeanen hier aan land kwamen. Dat moet toch wonderschoon zijn geweest. Wellicht hadden de mensen toen andere belangen. 

Norman Beach

We reden eerst langs het visitor center richting Norman Beach. Toen dachten we dat we verkeerd gereden hadden en zijn we teruggegaan naar het visitor center. Die lui daar zijn erg behulpzaam en hebben een leuk looproute aangegeven. Maar aangezien het een graad of 30 is met een veel hogere gevoelstemperatuur hebben besloten de auto weer bij Norman Beach neer te zetten en te lopen naar de Tidal River. We hadden inmiddels besloten om naar het strand te gaan. Dus even omkleden met een handdoek over je heen en op naar de Tasmaanse Zee. We hebben nu eindelijk eens de handdoeken gebruikt. De grap is dat ik sinds deze reis op alle plekken ben geweest die op mijn handdoek staan: London, Parijs, Sydney, Tokyo en New York. 

We legden onze handdoeken neer en liepen richting de zee. Het water was in het begin echt lekker warm. Echt zoals in een subtropisch zwembad. Dat komt omdat het heel langzaam dieper wordt. Maar naarmate het dieper werd, werd het water ook echt veel kouder. Maar nog steeds niet onprettig koud. Al had Rianne het niet zo warm. Na even tegen de golven gevochten te hebben zijn we gaan opdrogen in de zon. Ik smeerde Rianne en mezelf gelijk in maar dat was te laat. Dat hadden we natuurlijk moeten doen voordat we van de auto wegliepen. Pijnlijk verbrand dus. Toen we onze spullen weer terug in de auto hadden gedaan hebben we even geluncht. We probeerde de B&B te bellen om vanavond mee te eten maar die namen niet op. Achteraf gezien maar goed ook. 

De echte reden dat we hierheen waren gekomen had met de Tidal River te maken. Na even zoeken hadden we dat eindelijk gevonden. Ik was mijn pet vergeten dus mocht ik die van Rianne op. Maar dan verbrandde zij ook op haar hoofd. Heel kut. Uiteindelijk via de auto weer teruggegaan en naar de rots gelopen. Wat viel dat tegen. Het kan wel mooi zijn maar er lagen allemaal mensen in het water voor die rots. Persoonlijk vond ik het een aanfluiting. Rianne vond het wel mooi, maar alleen als er geen mensen waren. Ik vond dat strand echt veel mooier. Nu dit klaar was gingen we op weg naar de Church House op ongeveer een half uur rijden van de Wilson Promontory.

Ingang, nu nog een stuk omhoog rijden
Church House B&B

Je moest heel stijl omhoog gaan bij aankomst van de B&B. We waren de eerste gasten die aanwezig waren. De rest was nog op pad. De grote hond Sydney kwam ons meteen al bij de auto verwelkomen. Wat een hartelijk stel zijn Mary en Peter. We werden ontvangen met een kopje thee en mochten even ons verhaal doen. Peter vertelde dat hij uit Oostenrijk (toen nog Nazi Duitsland) gekomen was. Hij was toen 5 jaar oud. Mary was Italiaans en was ook na de oorlog naar Australië gekomen. Ze hadden dus een vergelijkbare achtergrond. Dat is wat hun bond en de rest is geschiedenis.

Woonkamer

Na de thee gingen we naar onze kamer. Het was bovenin de kerk. De kamer was mooi maar ook wel warm. De badkamer was echt helemaal geweldig. We hadden een balkon met een uitzicht to die for. Je keek over de heuvels. Het is niet een uniek uitzicht. Ik bedoel dit heb je in Oostenrijk en Ierland ook. Maar dat neemt niet weg dat het prachtig was. 

We hebben daar niet gegeten. De andere twee stellen deden dat wel. Nu hadden we nog een hoop werk te doen voor de blog. We werden uitgenodigd voor een drankje. Dat leek me geweldig want hoewel het Nederlandse stel niet zo interessant was, waren de Italiaan en Spaanse dat wel. Hele pientere mensen. Toch hebben we voorrang gegeven aan het typen van de tekst en het maken van een filmpje. Wij zijn uiteindelijk laat gaan slapen.