Geschreven door Steven
Vandaag zijn we redelijk vroeg opgestaan. We gaan vandaag 3 uur varen op een boot richting Tasman Island (niet te verwarren met Tasmania). Onderweg zullen we bij een aantal bezienswaardigheden stoppen. Tegelijkertijd moeten we ook uitchecken. Dus spullen opruimen en het huisje uit. Ik had wat fruit schoongemaakt om te eten op de boot. We gingen vijf over negen weg. Het was slechts 10 minuten rijden. Eenmaal aangekomen daar werd bevestigd dat degene die van het dichtstbij moeten komen altijd de laatste zijn, want wij waren de laatste. We gingen vervolgens met een bus en 40+ mensen richting de haven. Ik had er wel zin in en Rianne ook. We hadden drie lagen kleding aan. Sommige mensen waren in een korte broek en een T-shirt. Echt zo verschrikkelijk dom. Vooraf werd al gewaarschuwd dat het koud is op de boot. De dame van de organisatie vertelde dat het meestal 10 graden afkoelt. Dus dan is het een graad of 14.
We voeren zachtjes weg met de boot. Even uit de haven deelde de stuurman pilletjes uit tegen de wagenziekte. Die naam vind ik in het Nederlands ontzettend slecht want in het Engels heet het Motion Sickness wat veel logischer is. Daarna ging de buik erin. Ik wist van Amerika dat ik inderdaad wagenziek wordt. Dus als je dan in een golf een meter of 2 a 3 naar beneden valt krijg ik het heel benauwd. Vreselijk alles blokkeert. Maar als je je ogen dicht hebt, heb je nergens last van. We zaten in het midden van de boot waar je minder last zou hebben van de golven. Ik was zo blij dat we niet ergens voorin zaten. Vreselijk om daar te zitten. Ik had er echt last van. Maar als het weer even rustig was deed ik mijn ogen weer open. Ik vond het wel leuk. Soms stopte de boot en werd er verteld over de bijzonderheden.
Een aantal voorbeelden daarvan is een L-vormige rots. Maar ook vogels die op pinguïns lijken. Vooral de cascade rotsen vind ik mooi. De rotsen zijn schuin afgesleten. Het is zacht materiaal dus over 1000-den jaren is het weg. Maar het creëert een optische illusie alsof het water flink omhoog stroomt. Dat zie je erger op de foto dan in het echt. Wel heel vet. In die rots zat met een beetje verbeelding een zeemeermin met algen als staart getekend. Grappig bedacht! We voeren verder richting het zuiden. De omgeving is hier zo waanzinnig mooi. Ik zal dit nooit vergeten. Die ruige kust. In het begin hadden we zoiets van Tasmanië is niet het mooiste onderdeel van het Australië wat wij zien. Maar dit komt toch verdomd dicht in de buurt. Onderweg zagen we albatrossen vliegen. Deze beesten komen alleen hier voor. Ze zijn zo aangepast aan het leven hier dat hun hartslag bijna hetzelfde is als ze rusten op het water dan als ze vliegen over zee. Echt toffe beesten. Ik moest gelijk denken aan die reclame van Yogo Yogo: “Er zit een engerd in het bos met een broodje albatros. Yogo Yogo”.
Toen we even later weer verder voeren kwamen er dolfijnen. Echt hele mooie. Ze waren grijs aan de bovenkant en wit aan de onderkant. Ik had nog nooit deze grijs-witte dolfijnen in de natuur gezien. Zo geweldig. Rianne kon ze goed vastleggen en ik had ze ook op de camera. Maar uiteraard hebben we ze ook in het echt gezien. Ik vond het geweldig. We voeren verder om de hoogste zeeklif van het zuidelijk halfrond te zien. Dit was een klif van 306 meter hoog. Het was alleen zo jammer dat hij zo snel draaide met de boot. Daardoor kon ik het niet goed zien en Rianne kon geen foto maken. Ook hier weer veel vogels en zeehonden. Rianne en ik vonden de zeehonden niet interessant. Die hebben we in Nederland ook. Hierna was Tasman Island aan de beurt.
Op Tasman Island staat een vuurtoren. Deze was belangrijk voor de navigatie. Tot in de jaren 70 werd deze door mensen bediend. Om dat te faciliteren was een platform gebouwd in 1906 in Engeland en vervolgens verscheept en in elkaar gezet op Tasman Island. Helaas is het platform nu beschadigd. De kabel die eerst tot zeeniveau liep is ook geknapt door gebrek aan onderhoud. Dat is zonde want het is de nalatenschap van die tijd die nu gedeeltelijk verloren gaat. Er gaan stemmen op om het weer in ere te herstellen. Dat lijkt me belangrijk. Dat maakt het overigens niet minder indrukwekkend. Wat ook bijzonder aan dit eiland is, is dat er 1,5 miljoen vogels op wonen. Erg indrukwekkend.
We voeren om het eiland heen om de vuurtoren aan de andere kant te bewonderen. De golven waren hier zeer hoog. Ik denk dat we met gemak door de zee een meter of 5 omhoog werden getild. Bij het aangezicht van die golven werd ik wel een beetje bang. Je zakte opeens diep naar beneden en zag de golven voor je gevoel boven je. Maar het ging prima. Ook hier hadden we weer te weinig tijd om die vuurtoren goed te kunnen zien, mede door de hoge golven waardoor het gevaarlijk was. De boot ging met volle vaart richting de haven. Met hoge snelheid voeren we over de zee. Ik vond dit wel fijn want hierdoor hadden we minder last van de golven. Rianne kon niet goed tegen de wind. Net op het moment dat ik een filmpje aan het maken was van Rianne en de terugvaart richtte ik de camera op de zee. Het was op dat moment dat er een dolfijn uit het water sprong. Wat een geluk. Echt tof. Het was ook goed dat wij aan de stuurboord kant zaten. Want op de terugweg had je geen tijd of kans om alles goed vast te leggen.
Het was inmiddels een uur of 1 en we gingen terug naar de auto. Wat een indrukwekkende belevenis dit zeg. Heel erg leuk. Rianne vond het harde varen erg leuk. Ik wat minder behalve op de terugweg. Ik was wel heel blij dat ik het gedaan heb. We aten even snel wat in de auto. Tenminste ik ging mijn fruit eten. Want op de boot had ik daar helemaal geen kans voor. We reden wederom langs de Mussel Boys. Dat was de derde keer vandaag als je de busreis meerekent. We wisten dat we twee opties hadden. Of we rijden via Hobart en weer door de bergen. Bij Hobart zijn wegwerkzaamheden dus daar heb ik geen zin in. De bergen hebben we nu wel gezien dus liever iets anders. En dat andere is langs de kust rijden. Dat lijkt ons ook veel mooier.
Zo gezegd zo gedaan. Wij zijn lekker aan het rijden en opeens zegt de navigatie ga rechtdoor. Rechtdoor? Waar? Er was een onverharde weg. Hoewel ‘weg’. Het was echt vreselijk. In het begin ging het nog wel maar verderop kon je echt niet harder rijden dan 20 kilometer per uur. Rianne was de wanhoop nabij. Ik maakte me geen zorgen. Ik was alleen bang dat als dit nog 100 kilometer door zou gaan dat we in het donker gingen rijden. Maar de auto kan het wel aan. Het is niet voor niets een 4×4. Je zag op de navigatie over 7 kilometer rechtsaf. Dan denk je van ooh dan zijn we er. Weer gewoon asfalt. Maar dat bleek niet zo te zijn. Dan weet je of we draaien om en rijden 8 kilometer terug op die vreselijke weg. Of we gaan verder want lang kan het niet meer duren. Maar het duurde nog wel lang. We hebben denk ik een kilometer of 24 op onverharde weg gereden. En dan ook echt op losliggende afgebrokkelde stenen. Daar moet wel bij gezegd worden dat het laatste en grootste stuk je wel 60 kilometer per uur kon rijden omdat het een zandweg was. Zolang het niet regent prima begaanbaar.
Wat wel opviel was de prachtige natuur hier. Je ziet hier echt van die bounty-stranden. Wit verlaten en overspoelt door azuurblauw water. Prachtig om te zien. Het grappige moment dat we nog een kilometer of 5 over een zandweg moesten rijden, dachten we, en hij ging ineens over op asfalt. Ik was zo blij. We kwamen terug in de bewoonde wereld. Echt een villawijk, die we hiervoor in Tasmanië niet gezien hebben. Je zag toeristen ons naderen in tegengestelde richting. Wij lachten in ons vuistje. Zo van succes het duurt nog wel even, haha. Die mensen keren al helemaal niet terug denk ik. De route verder richting Coles Bay was prachtig. Mooie natuur. We hebben de westkust van Tasmanië niet gezien maar van wat we tot nu toe wel gezien hebben is de oostkust echt prachtig. Weer heel anders dan de rest. Mooie groene natuur. Afgelegen strandjes en een prachtige zee. Erg mooi.
Toen we er bijna waren gebeurde er iets vreselijks. We reden achter een verstandig en goed rijdend persoon. Opeens wijkt hij uit. Dan weet je er is daar iets met de weg aan de hand. Dus ik deed zonder dat ik iets kon zien hem na. Ik mistte een Echidna (mierenegel) die de weg overstak. Achter me reed niemand dus hij ging het halen. Maar het tegemoet komend verkeer kon dat beest onmogelijk op tijd zien en ze reden te hard. Later zouden we erachter komen dat hij het niet gered heeft. Eenmaal aangekomen bij de B&B Earls Peak werden we werden verwelkomt door een aardige dame die ons naar de studio bracht. We hebben een mooie kamer en een terras met een mooi uitzicht. Jammer dat het voor één nachtje is. We hebben dat iedere keer. Dan denk je van we gaan elders van de natuur genieten. Bij de accommodaties waar je lang blijft valt het vaak een beetje tegen. Bij de accommodaties waar je 1 nacht blijft is het iedere keer geweldig. Er zat zelfs ontbijt bij. Ze vertelde over de omgeving. Het was erg goed.
Toen we de filmpjes en de foto’s op de laptop hadden gezet wilde ik mijn adapter aansluiten. Maar waar ligt dat ding nu? Ik had alles gecontroleerd maar kon hem niet vinden. Uiteindelijk hebben we de Mussel Boys gebeld. Of ze zo’n adapter gezien hebben. “Ja, zegt die.” We zijn nota bene drie keer er voorbijgereden. Zo vervelend dat hij niet even gebeld heeft. Al had hij even een mailtje gestuurd. Dan hadden we nu niet zonder gezeten. Natuurlijk is het onze fout dat we zo snel het huisje verlaten zijn maar dit is wel balen. Hij wilde het gelukkig wel opsturen naar onze volgende accommodatie. Dus dat was even zwaar klote. Laptop uit en alles op de iPad. Er zit hier natuurlijk niets in de buurt waar we dit even kunnen regelen. Helaas. Hopelijk komt het een beetje snel aan, als het aankomt. We vielen daarna in een diepe heerlijke slaap.