Geschreven door Steven
Vandaag wordt de dag dat we vertrekken uit Sydney en de road trip eigenlijk begint. We probeerden alle zooi weer passend in de koffers te doen maar dat lukt gewoon niet. Als je lang ergens blijft heb je gewoon veel gepakt en dat allemaal weer terugdoen valt niet mee. Gisteren heb ik terwijl Rianne bezig was met het filmpje al veel bij elkaar geraapt. Maar het past gewoon allemaal niet. Dus wij gingen naar beneden met 2 koffers, 2 rugtassen en 2 of 3 losse tassen met spullen. Toen we in de taxi van Redy2Go zaten viel het echt op hoe netjes mensen hier zijn. Maar vooral ook hoe behulpzaam. Ze leggen rustig de verkeersregels uit. We kunnen het over politiek hebben zonder dat je de rest van je leven niet meer aangekeken wordt. Iedereen is oprecht behulpzaam. In Nederland loop je gewoon door als je mensen zoekend ziet kijken. Hier vragen ze gewoon of ze je ergens mee kunnen helpen. Dat is erg prettig. We hadden echt een heel prettig gesprek. De taxichauffeuse gaf nog haar kaartje. “Mocht er iets zijn dan mag je me bellen”, zei ze. “Mijn man is ook Nederlands”, dat schept een band blijkbaar.
We werden in de buurt van het verhuurbedrijf afgezet en daar hebben we de auto opgehaald. Het is een witte Toyota RAV4. Mijn eigen auto is mooier maar dat mag de pret niet drukken. Ik zou een opsomming kunnen maken van wat ik vervelend vind aan, aan de verkeerde kant van de weg rijden maar dat laat ik even achterwege. Maar toch wil ik een paar dingen kwijt. Bijvoorbeeld waarom ze de ruitenwisserhendel verwisselen met die van de richtingaanwijzer. Omdat de pook links van je zit sla ik nog weleens tegen de deur aan. Het links rijden gaat mij niet super goed af. Je kijkt vanaf de andere kant, dus blijkbaar houd ik nu veel te links. Daar zal ik echt even aan moeten wennen. Wat ook opvalt is dat vrachtwagens hier even hard mogen als personenauto’s. Dus je wordt voortdurend ingehaald door vrachtwagens hier als je bijvoorbeeld 110 rijdt. Dat is trouwens de maximale snelheid in Australië. Ze zijn hier in het verkeer tot zover wel gewoon heel relaxed. Helemaal niet agressief.
We hadden een redelijk kort ritje voor de boeg van ongeveer 120 kilometer. Dat is ook zo relaxed hier, alles is in meters in plaats van miles en foots. We gaan vandaag richting de Blue Mountains NP. Persoonlijk kijk ik hier heel erg naar uit. Er is echt iets wat mij heel erg aanstaat aan dit soort bergen. We waren vroeg op pad dus het was het al snel op het heetst van de dag. We kwamen bij een pompstation. Het was daar buiten 32 °C. Vervolgens kwamen we aan bij Wentworth Falls. Dat is een kleine waterval met een prachtig uitzicht over de Blue Mountains. Het was erg heet. Eigenlijk gewoon oncomfortabel heet. We hadden gisteren wat broodjes gesmeerd bij het hotel en dus die hebben we gegeten bij een bankje. Het zweet stond me echt op mijn rug. Ik vond het uitzicht echt heel indrukwekkend. Rianne had op dat moment nog niet zoiets van, goh wat mooi. Ik was er echt weg van. Prachtig!
We reden verder naar een ander uitkijkpunt, Gordon Falls Look out Point. Dat was een hele klim door dikke bebossing en natuurlijke trappen. Ook daar weer echt adembenemende uitzichten. Het is zo mooi. Je ziet een soort blauwe gloed over de bergen. Ik begrijp inderdaad waarom ze dit ‘Blue Mountains’ noemen. Er lag nog wel wat water, maar een waterval hebben wij niet gezien. Dat is misschien meer iets voor de herfst als het regent. We waren heel blij dat we weer in de auto zaten nadat we weer naar boven geklommen waren. Gelijk volle bak de airco aan en gaan. Het was inmiddels 14:30 en dus reden we naar het hotel. Daar aangekomen zag je inderdaad het wat gammel ogende gebouw. Toen wij boekten was er bijzonder weinig vrij in de omgeving wat voldoet aan een beetje comfort. Dit was het beste van het slechtste zeg maar. We liepen naar binnen en werden eigenlijk al redelijk onvriendelijk verwelkomt. Het personeel had blijkbaar weinig op van gastvrijheid.
Eenmaal in de kamer aangekomen was het erg heet. Er was geen airco en het zat werkelijk waar vol met insecten. De badkamer zag er niet uit. Onze kamer grenst aan een raam met een aantal stoelen en tafels ervoor. Is dit voor het restaurant? Alles is enkel glas. Het was echt slecht. De lampen zaten vol met dode insecten. Die zaten sowieso overal. Rianne voelde zich gelijk een stuk slechter. We wisten in ieder geval wel dat we snel ergens anders wilden slapen. Want dit was kut. Maar ik wilde niet mijn avontuur in de Blue Mountains laten verzieken door een klote hotel. Uiteindelijk hebben we besloten om naar een hotel in Wollongong te boeken voor morgen. Dus vandaag slapen we gewoon hier. Aangezien ik niet geslapen heb (maar niet moe ben) en ik de nachtrust van Rianne daar ook mee verziekt heb ging zij even rusten terwijl ik een restaurant uitzocht. Het zou Aunt Jack’s worden in Katoomba.
Dit restaurant viel ook een beetje tegen. Dat was eigenlijk een beetje mijn eigen schuld. Het was meer een burgertent. Dus de kip van Rian en mijn draadjesvlees vielen allebei een beetje tegen. Na afloop zijn we in de regen naar de Three Sisters gereden. Dit is een rotsformatie met drie punten. Het is erg mooi om te zien maar wel heel druk helaas. Ik kan niet anders zeggen dat mijn verwachtingen van de Blue Mountains overeenkomen met de werkelijkheid. Het is zo mooi hier. We hebben uitgekeken op de zonsondergang. Ik vond dit een heel bijzonder moment. In veel opzichten is dit te vergelijken met wat ik voelde bij de Grand Canyon. We reden hierna naar het hotel en ik ben vrij snel daarna in een diepe slaap gevallen.
Moeten we jullie Nissan per container jullie kant op sturen? 😉